|
(Pre)-Soortenmanagementplannen en gedragscodes
Foto: Harm Peeters, nestkastkolonie Arcen aan de Maas
|
|
Soortenmanagementplannen
Pre- SMP
De vaststelling van een Soortenmanagementplan (SMP) kost geruime tijd, vaak meer dan 2 jaar. Momenteel gebeuren er vooral bij isolatiewerk aan particuliere woningen echter veel ongelukken (dode vleermuizen door spouwmuurisolatie en jonge gierzwaluwen op straat).
Vleermuisonderzoekers (Sevon) stelden zelfs dat de populatie van sommige soorten door particuliere na-isolatie achteruitgaat! , zie meervleermuis met uitsterven bedreigd door na-isolatie.. "De isolatiebranche heeft tien, vijftien jaar als cowboys tekeer kunnen gaan en is daar nooit voor gepakt. Eigenlijk zouden alle uitvoeringsdiensten het ene na het andere isolatiebedrijf moeten aanklagen", zegt Sevon in een bericht 25-1-2023 op NU.nl . De provincie Utrecht (als eerste provincie) heeft begin 2022 regelgeving ontwikkeld in een poging het verantwoord isoleren van particuliere huizen te bevorderen tijdens een maximaal twee jaar durende "pre-SMP-periode".
Ook andere provincies tonen belangstelling voor deze aanpak. In Overijssel is sinds 31-1-2023 een Pre-SMP van kracht. Als eerste kreeg de gemeente Deventer een ontheffing voor deze werkwijze. Zo werkt het voor particuliere woningeigenaren in Overijssel Het vastgestelde PRE-SMP van Overijssel, 31-1-2023
Op 1 november 2023 kwam de regeling voor de provincie Fryslân beschikbaar, zie: Pre-Soortenmanagementplan Fryslân, 1-11-2023. Inmiddels (maart '25) zijn Pre-SMP ontheffingen verleend aan de Friese gemeenten Weststellingwerf, Ooststellingwerf en Opsterland. Beleidsregel Pre- SMP Fryslân, 1 - 11-2023.pdf Uitleg en links naar documenten en bijlagen Vraag en antwoord over Pre-SMP door de provincie
Hier staat een aardig verslagje over de provinciale inspanning "om een werkbare oplossing te vinden die bevredigend is voor de ecologen, de juristen, maar ook voor de isolatiebranche". (of het ook een oplossing is voor de gierzwaluw probeer ik hier te beoordelen). Ook de belangenbehartigers van vleermuizen hebben zich er mee bemoeid en hebben o.a. een onderzoek opgezet naar de effectiviteit van compenserende voorzieningen. Het Ministerie van LNV en de provincies hebben opdracht gegeven voor een landelijke campagne om kraamverblijven en verblijfplaatsen van de zwaar bedreigde meervleermuis op te sporen.
Het Pre-SMP is een gebiedsgerichte ontheffing van verbodsbepalingen in de Omgevingswet (voorheen Wet Natuurbescherming, Wnb) voor maximaal 30% van de particuliere grondgebonden woningen van voor 1992 en met een energielabel C t/m G. Dat zijn er totaal ca. 1,5 miljoen in heel Nederland. De ontheffing betreft de artikelen 3.1 lid 2 (beschadigen nesten gierzwaluw en huismus) en art. 3.5 lid 1, 2 en 4 (diverse verboden m.b.t. zeven vleermuissoorten) van de Wet natuurbescherming (Wnb). De voorschriften betreffen de isolatie van spouw, binnen- en buitenmuren, borstwering en dak en het plaatsen van zonnepanelen. Het loopt vooruit op door gemeentes op te stellen volwaardige SMP's (soortenmanagementplan) en heeft een looptijd van maximaal 2 jaar. Voor een SMP is dat meestal 10 jaar.
Het Pre-SMP is vooral bedoeld om sneller de voor klimaatdoelen broodnodige tempoverhoging van isolatie van particuliere woningen te kunnen realiseren en toch bescherming te bieden aan vleermuissoorten, huismus en gierzwaluw. Na-isolatie bij particulieren gebeurt nu vaak "illegaal" (zonder te voldoen aan Wnb-regelgeving). De RUD van Utrecht heeft, omdat het al te bont werd met overtredingen, in het kader van handhaving zelfs een dwangsom opgelegd aan een na-isolatiebedrijf wegens onvoldoende onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen. Even met een endoscoop in de spouw loeren is volstrekt onvoldoende verklaard, ook door de rechter en op 2 augustus 2023 bevestigd door de Raad van State in het hoger beroep van het isolatiebedrijf. Zie RvS over opsporing vleermuizen in spouwmuren. Zie bericht RTV Utrecht 2 aug. 2023. En hier op de site van natuurvriendelijk isoleren staat een commentaar en wat links naar mediaberichten. Die maakten vooral veel paniek als zou het om aanvullende regelgeving gaan die het isolatieprogramma onderuit haalt. Maar de regels zijn al zo oud als de Flora- en Faunawet van 2002. Het probleem is dat ze vaak niet worden nageleefd en niet gehandhaafd.
Voor het werken volgens een pre-SMP geldt o.a. dat het isolatiebedrijf werkt volgens de "handreiking natuurvriendelijk isoleren (zie isoleerbedrijven met "natuurvriendelijk" certificaat). De particulier wordt gevrijwaard van het doen van onderzoek en de gemeente zorgt voor compensatie van verliezen op populatieniveau voor vleermuizen. De particulier treft de voorzieningen (vogelkasten) voor huismus en gierzwaluw.
Voorschriften
Een van de vele voorschriften is dat als een dak door isolatie aan de
buitenkant niet meer toegankelijk is voor vogels, er op de woning minstens
vier nestkasten of neststenen voor huismus/gierzwaluw (een type dat voor
beide soorten geschikt is) "aan de schaduwzijde, en zo veel mogelijk
beschut tegen zon en regen" geplaatst moeten worden.
(Ik zoek al jaren overal naar gierzwaluwnestkasten maar heb nog nooit een particulier huis gevonden waar vier nestkasten hangen. Maar de site van natuurvriendelijk isoleren weet er kennelijk eentje: Vier kasten op een huis , ergens nabij 1 van de 6 vestigingen van ABZ diervoeders, op de achtergrond).
Het is jammer dat er voor de praktische uitvoering niet verwezen wordt naar de voorschriften in het landelijk functionerende Kennisdocument Gierzwaluw. Daarin staan door experts beoordeelde voorschriften, ook voor locatie- en materiaalkeus en voor afmetingen van de nestkasten. Op deze manier ontstaan er nog meer verwarrende en zelfs regionale variaties.
Volgens de voorschriften in de ontheffing ("Handreiking methodiek Natuurvriendelijk isoleren", v. okt. '24, p.6 ) mag al vanaf 1 augustus gewerkt worden (mits vooraf vleermuisvrij gemaakt). Dat is voor gierzwaluwen veel te vroeg en in strijd met de voorschriften in het Kennisdocument Gierzwaluw (vanaf 1 september). In augustus zijn er nog volop jonge gierzwaluwen op het nest, soms tot wel in september. Zie nestjongen augustus 2023 en hier veel nestjongen in september 2021.
Onbegrijpelijk is ook dat het gebruik van gierzwaluwdakpannen expliciet wordt toegestaan (p. 5 2f) op daken met een hellinghoek van meer dan 60 graden, om van buiten geïsoleerde daken toegankelijk te maken. Maar zonder de voorwaarde dat dat uitsluitend kan op noord of oost georiënteerde en niet geïsoleerde daken, zoals omschreven in Kennisdocument Gierzwaluw.
Als de spouw dieper is dan 8 cm en toegankelijk voor vogels, maar na de isolatie niet meer, moeten er twee vogelvoorzieningen per woning geplaatst worden, tenzij de bovenste 10 cm van de spouw vrij van isolatie en toegankelijk blijft.
Zonnepanelen op hellende daken mogen alleen buiten het broedseizoen geplaatst worden (na 1 augustus en voor 1 april).
De regels gelden per CBS-buurt waarin tijdens de twee jaar looptijd niet meer dan 30% van de woningen aan de regeling mag meedoen, anders zouden de populaties teveel schade ondervinden. Zie alle spelregels en voorschriften in "natuurvriendelijk isoleren onder een pre-SMP".
Voor huiszwaluw en gierzwaluw wordt gemakshalve aangenomen dat de compenserende voorzieningen volgens de regels der kunst worden uitgevoerd en dat ze effectief zijn: "Deze vogelvoorzieningen zijn effectief voor het compenseren van verloren nestplaatsen. De kans op ingebruikname van deze nesten is erg hoog". Er wordt geen monitoring van de bezetting voorgeschreven en de gemeente hoeft niet voor voorzieningen te zorgen.
Mij is nog onduidelijk hoe de particulieren in aanraking komen met het PRE-SMP. Zal het afhangen van de individuele bereidwilligheid (isoleren volgens Pre-SMP-regels is niet verplicht) en van de gemeentelijke publiciteit? Men wordt volledig ontzorgd als gekozen wordt voor een isolatiebedrijf dat de cursus van een halve dag "Natuurvriendelijk isoleren" met succes heeft afgerond. Het isolatiebedrijf regelt dan alles. Maar hoe groot is de kans dat de particulier bij zo'n bedrijf terecht komt en dat dat bedrijf dan ook wordt ingeschakeld ? Op de websites van de natuurvriendelijk gecertificeerde isoleerbedrijven is echter meestal (ik heb ze nog niet allemaal bekeken, maar nog slechts een enkele met info gevonden) niets te vinden over de regeling. Zullen zij de regeling bij het uitbrengen van hun offertes wel actief onder de aandacht brengen?
Zie een tamelijk heldere en korte samenvatting van de gang van zaken in een presentatie van de provincie: Natuurvriendelijk isoleren voor energiecoaches.
Vroege Vogels Radio had 5 februari 2023 een item van dik 8 minuten over de problematiek, voor zover het vleermuizen betreft. Beluister hier vanaf minuut 32. Je hoort de provincie, de gemeente, een vleermuisonderzoeker en een isolatiebedrijf.
Is de gierzwaluw geholpen met een Pre-SMP?
Of de gierzwaluwen iets met de procedure kunnen valt nog te bezien. Er ligt veel nadruk op de kwantiteit. In het document wordt de grote hoeveelheid aan "overcompenserende" nestkasten benadrukt, maar de mate waarin ze benut gaan worden is afhankelijk van veel aspecten, waaronder details in de uitvoering. In alle ontheffingen staat echter onomwonden: "Deze vogelvoorzieningen zijn effectief voor het compenseren van verloren nestplaatsen. De kans op ingebruikname van deze nesten is erg hoog". Referenties naar ondersteunend onderzoek voor die stelling ontbreken. Er wordt geen monitoring van de resultaten voorgeschreven en omdat de effectiviteit als hoog wordt ingeschat hoeft de gemeente geen aanvullende voorzieningen te treffen.
In de gemeente Utrecht zijn de gierzwaluwen op de meeste locaties tot nu toe niet erg geneigd om nestkasten in gebruik te nemen. De bezetting van 2.300 kasten was in 2025 gemiddeld ca. 6 %, zie onderzoek kunstnestbezetting in Utrecht 2018-2023.
Van de 237 gecontroleerde kasten aan woonhuizen waren er in 2023 maar 23 bezet, waarvan 15 (van de 74) in een wijk met deskundige begeleiding en pas na 16 jaar. Van de overige 163 kasten aan huis waren er maar 8 bezet (gemiddelde leeftijd 5,7 jaar). En dat is nou net het patroon van plaatsing in het Pre-SMP-model: hier en daar een woning met 2 of 4 kasten (of een geschikt gebleven dak of spouw). Daar zijn de door het "natuurvrij maken' verdreven broedvogels dus in ieder geval niet mee geholpen. Waar de dakloos geraakten terecht komen is onbekend. Voor een aantal zal het einde voortplanting betekenen want een nieuwe broedplaats vinden is tijdrovend.
In de reguliere wnb-ontheffingen wordt moeite gedaan om een zo goed mogelijk passend alternatief voor verloren nesten ter plaatse beschikbaar te stellen. Bij de PRE-SMP regeling is daar geen sprake van. Het isoleerbedrijf kan naar eigen inzicht, verkregen op de cursus van een dagdeel, de nestkasten ophangen of neststenen inmetselen. Omdat niet bekend is waar de verloren nesten zaten (er is geen onderzoek vereist) kunnen de kunstnestlocaties en eigenschappen (kast of steen, type ingang, locatie e.d.) daar niet op aangepast worden. Dat verkleint de benuttingskans aanzienlijk.
Ten slotte moet bedacht worden dat de door de provincie vastgestelde te handhaven (theoretische berekende) broedbestanden per gemeente zijn gebaseerd op (ongeveer) de huidige stand van zaken (landelijk broedbestand 2013-2015 volgens Sovon atlasproject). Maar de gierzwaluwpopulatie is de laatste 50-60 jaar misschien wel meer dan gehalveerd. Waarom niet streven naar herstel van dat niveau? Shifting Baseline Syndrone wordt dat 'vergeten' van de vroegere (gezondere) situatie genoemd. Maar de gewenste toename kan natuurlijk nog in het SMP worden vastgelegd. In Amersfoort wordt in het SMP expliciet gestreefd naar (gedeeltelijk?) herstel van het broedbestand, van 900 naar 1.350 paartjes (+50%) en het SMP van Zeist wil naar een plus van 10%. Utrecht is met gelijk blijven al tevreden.
Een ding is zeker, er komt weer heel veel werkgelegenheid voor ecologen en ambtenaren bij. Als je in Google zoekt op "pre-SMP" krijg je veel vacatures van wervingsbureaus. De NOS meldde n.a.v. de aanstaande uitspraak van de Raad van State over de kwestie bij vleermuizen dat er 1.000 vacatures voor ecologen open staan, zie NOS 30-5-2023 over vleermuizen en isolatie.
G edragscode voor Aedes goedgekeurd
Voor het soepeler kunnen renoveren en na-isoleren van haar woningvoorraad kreeg de koepel van woningbouwcorporaties Aedes in april 2023 goedkeuring voor een gedragscode soortenbescherming. Wie zich aan de voorschriften van de code houdt (de lid-corporaties van Aedes en hun uitvoerders) wordt vrijgesteld van het vragen van ontheffing van verboden in de Wet natuurbescherming, zoals het vernielen van gierzwaluwnesten. De code geldt alleen voor "kleinschalige ingrepen met een voorzienbaar effect" zoals renovatie, verduurzaming en onderhoud. De code is van toepassing bij een klein aantal nesten maar niet voor een gierzwaluwkolonie (5 of meer gierzwaluwnesten binnen een straal van 50 meter vanaf het centrum van de kolonie, p.14 en 42).
Compensatie van broedplaatsverlies De voorschriften voor compensatie van gierzwaluwnesten die verloren gaan bij renovatie, verduurzaming en isolatie, met name aan daken, is niet erg helder (p. 35). "De ecoloog bepaalt het aantal te plaatsen alternatieve voorzieningen" en "bij elke voor de gierzwaluw geschikte woning of wooneenheid moet minimaal 1 alternatieve voorziening worden teruggebracht". Ongeacht het aantal verdwenen nesten ? Per CBS-buurt dienen minimaal twee typen voorzieningen beschikbaar te zijn. Welk typen en hoeveel van elk type? En wat is daar het bedoelde effect van?
Broedplaatsvereisten Op o.a. pagina 84 staan vereisten voor de aan te brengen nieuwe broedplaatsen of te handhaven oude broedplaatsen. Die staan op p. 67-200 van de maatregelencatalogus (welke ook deel III gaat vormen van het nog te verschijnen "Kennisdocument na-isolatie en renovatie van woningen en gebouwen") die al wel bij deze gedragscode van Aedis gehanteerd moet worden. Diverse typen voorzieningen worden als "bewezen effectief" aangemerkt. Dit moet mijns inziens (ongeveer) gelezen worden als "ooit of soms of regelmatig door gierzwaluwen benut" maar niet dat ze dat ook op elke locatie / bij elk project zullen doen, verre van dat. Hier staat een interessant artikel over de problematiek van "bewezen effectief" (16. p.)
Detailchaos Een probleem voor de adviserende ecoloog lijkt me ook hier weer dat er een gigantische brei van details wordt voorgeschreven voor de uitvoering van allerlei maatregelen. Die staan ook, maar dan weer net iets anders, in soortenmanagementplannen, in andere gedragscodes, in de Pre-SMP's en in het Kennisdocument. Ik kan er geen wijs meer uit. Is het nou echt niet mogelijk dat overal wordt verwezen naar eenzelfde standaard? Er wordt aan gewerkt begrijp ik.
Gaat het slechter? Over de staat van instandhouding staat op p. 16 een verontrustende passage: "de huidige totale staat van instandhouding (gierzwaluw) zal vanwege de zeer ongunstige populatietrend naar verwachting op ongunstig uitkomen". Ik kon geen bron voor deze mededeling vinden. Het is ook daarom erg jammer dat er nog steeds geen landelijk onderzoek is gestart naar de effectiviteit van kunstnesten voor gierzwaluwen, zoals dat wel gebeurt voor huismus en vleermuizen.
De goedkeuring is geldig tot 1 juni 2023. Dan worden alle gedragscodes mogelijk aangepast in het kader van het project "gedragscodes, hoe verder?" en vervolgens worden ze in de omgevingswet van 1-1-2024 ingepast. Daarna zijn alle gedragscodes uit de Wnb vijf jaar van kracht binnen de Omgevingswet.
- Bericht Groene Ruimte 12-3-2021 - Gedragscode en goedkeuringsbesluit soortenbescherming Woningcorporaties - Dakpanhuifjes zijn gevaarlijk voor gierzwaluwen
Overzicht goedgekeurde gedragscodes bij RVO
Gedragscode "Nul Op de Meter" gesneuveld Voor renovaties met het NOM - keurmerk (Nul Op de Meter) moest sinds 2018 (na een chaotisch verlopen experimenteerregeling sinds 2015) met een speciaal daarvoor ontwikkelde gedragscode gewerkt worden.
Bij bouw of verbouw van een woning volgens NOM met keurmerk (Nul Op de Meter, aardgasvrij) moest de "gedragscode natuurinclusief renoveren" worden toegepast. Per woning moesten o.a. drie kunstnesten voor gierzwaluwen worden aangebracht. Ook voor vleermuizen en huismussen moesten standaard voorzieningen worden getroffen, ongeacht of de soorten aanwezig zijn. De code was bedoeld om het (industriële) bouwproces voor energieneutrale woningrenovatie te stroomlijnen en vertragingen te voorkomen door aanwezigheid van beschermde soorten.
Bouwers tevreden Branchevereniging voor NOM-bouwers Stroomversnelling (in 2009 gestart als project "Energiesprong") plaatste 12 januari 2020 op haar kennisportaal Energielinq een bespreking van de eerste evaluatie van de gedragscode en meldt dat de bouwers tevreden zijn: "Het voortraject wordt eenvoudiger, sneller en voorspelbaarder en de positieve ervaringen hebben de overhand. Maar we zien nog steeds een wrijving tussen ecologische belangen en bouwbelangen: die strijd is nog niet gestreden", aldus Stroomversnelling. (De evaluatie zelf heb ik nog niet te pakken gekregen).
Monitoring leverde tot nu toe alleen een
mussenkolonie op
O
Er zijn sterke aanwijzingen dat de theorie van "overcompensatie"
via de gedragscode (kunstnesten bij elke woning, ook als er geen
broedplaatsen verloren gaan) niet of onvoldoende werkt. In de gemeente
Utrecht werden 7 NOM-projecten met totaal 148 nestkasten gerealiseerd in
2019/2020. Tot en met 2025 was daar geen bezetting.
D
Minder
ingrijpend en goedkoper renoveren (in meer stappen naar energieneutraal)
komt overigens steeds meer in zwang.
Gedragscode buiten werking
De RvS oordeelde in hoger beroep van SEVON (vleermuizenonderzoek) en Stichting
Witte Mus (huismusbescherming) dat de gedragscode te weinig
specifiek en te onduidelijk is. Er zijn ook onvoldoende waarborgen om te
voorkomen dat vleermuizen of huismussen gedood of verstoord worden. En de minister
beschikte over onvoldoende informatie om te kunnen beoordelen of de gedragscode voldoet aan de eisen uit de Wnb en de Vogel- en Habitatrichtlijn. De Afdeling acht de hoger beroepen gegrond en vernietigt daarom de eerdere uitspraak van de rechtbank
(die de bezwaren verwierp) en
het goedkeuringsbesluit van de minister.
De zoogdiervereniging is tevreden. Er is
eindelijk voldaan aan de bezwaren die al bij de eerste versie van de
gedragscode te berde werden gebracht. De ministeries van EZK en LNV zijn
inmiddels gestart met het in beeld brengen van de kennislacunes.
Voorzover het gaat om woningen van
woningcorporaties is een deel van de problematiek nu geregeld in een
Gedragscode voor corporatiekoepel Aedes, maar alleen voor de wat kleinere
projecten en bij minder dan 5 te vernielen gierzwaluwnesten in het project,
zie hierboven bij
Voorgeschiedenis
De eerste vijf NOM-keur projecten (vlgs.
experimenteergedragscode) werden in 2016/2017 gerealiseerd. Daarbij ontstonden
o.a. diverse problemen met gierzwaluwbroedplaatsen. Bij een van de eerste projecten in Oud Vossemeer zijn nestingangen
dichtgepurd en in mei dode gierzwaluwen op straat gevonden. De bewoner heeft ter
compensatie nestkasten opgehangen, zie filmpje
youtube.com .
Mede naar aanleiding van bezwaren van het Netwerk
Groene Bureaus (NGB, Gierzwaluwbescherming Nederland (GBN), Stichting Witte Mus en de vlleermuisonderzoekers
(Sevon), werd de gedragscode aangepast en is in januari 2018 van kracht geworden.
Belangenorganisaties voor huismus (Stichting Witte
Mus) en vleermuis (Sevon) dienden in 2018 echter zienswijzen in. Die werden naar
hun inzichten niet of onvoldoende
gehonoreerd. Beroep werd door de rechter
echter afgewezen, zie
uitspraak 12 december 2018.
De behandeling in hoger beroep was bij de Raad van
State op 23 november 2020, zie ook een
column van Koos Dijksterhuis in Trouw 20-11-20.
- Stroomversnelling: 'Monitoring
onvoldoende bij NOM-keur' - aug. '20
- Reactie van
Stroomversnelling op afgekeurde gedragscode
-
Reactie 17-6-2020 minister Schouten
over o.a. Natuurinclusief renoveren
- Evaluatie gedragscode, jan 2020;
bespreking bij Energielinq
(klik onderaan op + bij 'projecten')
- Rapportage over nul-meting aan 5
NOM-projecten
-
Gedragscode-NOM-keur-natuurinclusief-renoveren-V8.pdf
- Dode gierzwaluwen op straat bij
NOM-renovatie 2015 Oud- Vossemeer
-
Vroege vogels over purren
Oud-Vossemeer
-
NGB: Kwetsbaarheden gedragscode, tijdschr.
Natuurbeschermingsrecht, okt '18
- 1e 5-laags appartementen
NOM en gasloos in Best
Overzicht goedgekeurde gedragscodes
bij RVO
+++++++++++++++
Jaap Langenbach
Willemstraat 38, 3511 RK Utrecht
06 -3849 7474
|