Gierzwaluwnesten

zoeken/controleren

 

Gierzwaluwnieuws 2024

Overige gierzwaluwpagina's - Contact

 

Nesten van gierzwaluwen zijn niet zichtbaar en de vogels vliegen razendsnel naar binnen. Filmpje van invliegende gierzwaluw achter pannendak (50% vertraagd). Je kunt dus alleen invliegopeningen opsporen en je moet erg goed opletten. Aanwijzingen voor bezette nesten moeten uit het soms raadselachtige vlieggedrag worden afgeleid. Op deze pagina staan tips voor het efficiënt zoeken naar nesten en het controleren op bezetting van bestaande, bekende nesten.

Bekijk hier wat typische nestingangen van gierzwaluwnesten: gierzwaluwnestplaatsen.

 

Op deze pagina

 

 1. Samenvatting voor snel succes

 2. Kastencontrole met camera op telescoopsteel

 3. Lokgeluid

 4. Globale verkenningen

 5. Bangers wijzen de weg

 6. Invliegers spotten

 7. Uitvliegers (adult)

 8. Tips per zoekperiode

 9. Andere aanwijzingen voor een nest

 10. Aanwijzingen voor bezetting

 11. Broedgevalbewijs

 12. Controle van bekende nesten

 13. Gevonden nesten beschermen

 

 

1. Samenvatting voor snel succes met invliegers

Als je er nog weinig kijk op hebt kost het veel tijd om een gierzwaluwnest te vinden. Deze handleiding is vrij lang geworden en geeft ook verklaringen / duidingen van het vaak raadselachtige vlieggedrag. Daarom hier eerst de belangrijkste tips voor een snelle kick bij de eerste vondst die naar meer smaakt.

 

Van eind april tot eind mei: de broedvogels komen aan, verreweg de meesten in de eerste twee weken van mei. Ze keren terug naar het nest waar ze het jaar ervoor hebben gebroed. ' s Avonds verzamelen ze zich vaak in kleine groepjes hoog boven de broedplaatsen. Bij mooi weer foerageren ze daar soms geruime tijd. Overdag foerageren ze ver weg. Maar voor donker komen ze allemaal voor de nacht het nest in. Stap op de fiets en zoek de hoog vliegende groepjes boven dorp of wijk. Je hoeft een plotselinge daler "alleen maar" te volgen of toevallig te treffen om de nestplek te vinden. Dat doen ze solitair, heel stiekem en razendsnel.

Er zijn nog geen aanwijzingen door giervluchten van rondscheurende groepjes niet-broeders langs de dakranden. Die arriveren eind mei. De kans om een nest te vinden is dus al met al in het begin van het seizoen tot einde mei nog niet zo groot.

 

Vanaf eind mei tot eind juli.

Eind mei, soms al vanaf 15 mei, komen de niet-broeders aan die de broedkolonies gaan inspecteren. Zoek ' s avonds fietsend van 20-22 u. naar groepjes gierzwaluwen die (hoog) boven een wijk vliegen en volg ze tot ze laag en snel rond huizenblokken vliegen. Blijf ze volgen tot ze in kleine groepjes snel, gierend ( srie, srie roepend) heel dicht langs daken, dakgoten en gevels scheuren. Of fiets rond door stad of dorp tot je die laag vliegende groepen tegenkomt. Meer bij bangers wijzen de weg.

Vind uit waar de vogels op de pannen landen, aan een muur of onder een dakgoot vasthaken en weer wegvliegen (dat zijn de nestzoekers, ook wel 'bangers' genoemd). Vroeger of later zie je ergens in de buurt van de activiteiten een broedvogel (die vaak met de groep zoekvogels meevliegt) naar binnen schieten. Als die  langer dan een minuut binnen blijft mag je aannemen dat het een bezet nest is.

Meer bij invliegers spotten.

 

Controle van bekende nesten

Als je wilt controleren of een bekend nest uit eerder jaren opnieuw bezet is kun je het beste van 15 juni tot 15 juli 's avonds kijken tussen 21.00 en 22.45 u. Dan fourageren ze meestal niet ver weg maar bovenm de kolonie, samen met de nestzoekers. Vooral begin juli zijn er dan al wat grotere jongen die regelmatig gevoerd moeten worden en ouders vliegen steeds regelmatiger in. Tot 22.45, bij helder weer, kunnen ze binnen komen om de nacht door te brengen. Het hoeft geen mooi weer te zijn, ook bij slecht weer (regen, kou, wind) komen ze elke avond binnen om te overnachten. Het is wel goed opletten want de broedvogels komen vaak geheel onverwacht uit de hoogte naar beneden en knallen meestal in een keer, of soms na een enkele mislukte poging, de kast in. Ze kennen de route door en door.  Meer bij controle van bekende nesten.

 

 

2. Bezettingscontrole met een camera

 

28-4-2023

Inspectie van de kastinhoud (zonder verstoring, buiten het broedseizoen !) met behulp van een camera op een telescoopsteel zou veel tijd kunnen besparen bij de controle op bezetting van nestkasten en geeft informatie over het broedsucces. Je kunt met kastinspectie na het broedseizoen voorkomen dat je nodeloos lang kijkt naar waarschijnlijk lege kasten. En correspondeert een invlieger echt wel met een aanwezig nest, zijn er dode eieren of jongen achtergebleven, is de kast echt niet bezet als er geen invliegers zijn gespot?

 

De complete "opgevouwen" constructie met twee beugels voor kabelopslag en onderaan het display vastgemaakt met een kabelbinder en drie steuntjes voor kabelbescherming als ie rechtop staat.

 

Helaas herinnerde ik me een belangrijke beperking wat te laat. Anders was ik er misschien niet aan begonnen. De te inspecteren kasten worden niet schoongemaakt. Dat is na het

broedseizoen eigenlijk wel nodig (losse rommel weg maar nest laten zitten) om het jaar daarop broedactiviteit vast te kunnen stellen. Met name achtergebleven poepjes verwijderen is belangrijk, anders is niet vast te stellen of er jongen zijn uitgevlogen.

 

De camera is dus vooral van nut bij waarschijnlijk lege kasten om een eerste bezetting te kunnen vaststellen zonder al te veel tijd aan invliegers te hoeven besteden. En verder voor meer bewijsmateriaal bij twijfelgevallen of broedactiviteit van andere soorten. Je kunt wel zien of er een typische nestkom aanwezig is.

Hieronder wat over de  gebruikte constructie.

 

De glazenwasserstok van 7 m. kwam voor 60,- Euro van koopjedeal.nl . Met je eigen lichaam erbij kun je ermee tot ca. 8 m. reiken, bovenkant 3e verdieping van een normaal woonblok. (De eerdere teststok van 4,7 m. heb ik op K-dag voor 40 Euro kunnen verpatsen).

 

Het verstelbare uiteinde is erg handig. Daarmee kun je er voor zorgen dat je recht de opening ingaat en dat de camera zowel in linkse als rechtse invliegopeningen kan om te kunnen richten op de andere kant van de kast waar het nest zit. Ook kun je de richting aanpassen aan diverse typen invliegopening. Het uiteinde kun je tegen de rand van de opening laten rusten zodat de stok niet meer zwiebert. Dan is het "zwabberen" in de top van (erg) lange stokken niet zo'n probleem.

 

Op het onderste deel van de stok zijn twee beugels gezet waarover, na het inschuiven van de telescoopdelen,  de camerakabel gelegd kan worden. Onderaan de stok zitten steunen om de camerakabel te beschermen als de stok rechtop staat.

  

Onderkant stok met steun van 3 houten pluggen, vastgemaakt met kabelbinders voor kabelbescherming en met onderste beugel voor kabelopslag.

 

Op 4-4 werd een "dual lens" endoscoopcamera voor 120 Euro bezorgd met 10 meter kabel. Dat "dual"  (rechtuit kijken of haaks daarop) is wel handig. Je kunt de kabel rechtuit in de opening steken en dan haaks om de hoek naar de andere kant van de kast kijken. Op het display zit een knop om tussen de camera's te schakelen.

De camera en kabel is behoorlijk sterk. In opgevouwen stand viel de stok staande een keer om waardoor de kabel net onder de camera in een scherpe hoek van 90 graden werd gebogen en er zelfs een deukje in het camerahuis kwam. Maar hij doet het nog!

Niet veel later ontdekte ik nog deze camera voor ca. 60 Euro , maar met enkele lens. Die kijkt dus alleen "rechtuit", in het verlengde van de kabel. Je moet dan de camerakabel in een haakse hoek, in de richting van het potentiële nest, voorbuigen.

 

Er zijn ook spotgoedkope cameraatjes van dit type met semi-stijve kabel voor 10 - 25 Euro te koop, zoals deze met 5 m. kabel en bij o.a. Aliexpress voor 7 ! Euro, die je op je mobiel kunt aansluiten en met een appje kunt draaien. Ik heb er twee geprobeerd maar die deden het niet. Alleen heel kort even (een prima) beeld maar dat viel direct weg. Eentje deed het wel op de laptop maar niet op mobiel.  Geen idee waar het aan ligt. Mijn mobiel heeft wel het vereiste OTG.

 

 

Testopstelling thuis. Hier is de camerakijkrichting in het verlengde van de kabel. (De Zeistkast is wat gekanteld om ook te kunnen oefenen met een verticaal front.)

 

Het is even prutsen om de camera goed gericht te krijgen. Bedenk dat je in de praktijk (vooral bij lange stelen) alleen de steel wat rond de lengteas kunt draaien. Beneden zou je je vele meters moeten verplaatsen voor een andere kijkrichting.

 

Voor camera "rechtuit" of "om de hoek" heb je verschillende vooraf ingestelde "standjes" nodig. Bij de eerste test werd de "haaks om de hoek" gebruikt, dan heb je dus de "dual lens" nodig. Dat lijkt het handigst  want met de andere opstelling "rechtuit kijken" komt de voorgebogen kabel (niet haaks maar in een flauwe bocht!) erg dicht bij het nest. Met "om de hoek" kijken zie je meer van de bodem op de voorgrond.

 

 

Camera die "om het hoekje" kijkt. Kabel steekt dus recht naar voren de kast in. Op het scherm het beeld van een deksel dat ongeveer zo groot is als een nest.

 

De instelling vooraf hangt ook af van het kasttype zoals Zeist en Maastricht met de  invliegrichting schuin van onderen, de rechte voorkant van een neststeen, een ingang in de bodem of ingangen aan de linker of aan de rechterkant. Koop een voorraadje kabelbinders om diverse "standjes" te kunnen testen en praktiseren.

 

De kabel over de lengteas draaien gaat niet meer als ie al in de steel en vastgebonden zit. Probeer dus vooraf ongeveer het gewenste beeld te vinden, b.v. zodat het op de foto of het display rechtop staat of op de kop, want bij iets daartussenin is het soms lastig om de situatie te herkennen.

Het beeld is op z'n scherpst tussen 3 en 8 cm maar ook verder weg goed. Je kunt in 2 stappen 100%  inzoomen, 3 staapen lichtsterkte instellen en foto's en filmpjes van maken die op de SD-kaart van 32 GB worden opgeslagen.

In april 2023 werden 45 kasten met de camera gecontroleerd. Bekijk hier de bevindingen.

 

 

3. Bezettingscontrole met 'uitlokgeluid'

 

15 mei 2023

Naast de camera en invliegers spotten is een derde mogelijkheid om de bezetting van bekende nesten te controleren het afspelen van 'uitlokgeluid'. Als dat wordt beantwoord uit het nest is er bezetting. Maar je kunt er ook nieuwe nesten mee vinden.

 

Als een of beide broedvogels op het nest zitten verdedigen ze dat tegen concurrenten (indringers die op overname azen, nestzoekende 'pubers', dakloos geraakte broedvogels). Die vliegen schreeuwend en aanhakend langs en daar wordt altijd op geantwoord door de bewoners met een enkele of een paar schreeuwen of door de tweetonige duetroep van een paartje. Als je dus het geluid van de concurrenten afspeelt met je mobiel, krijg je zeker antwoord als er een gierzwaluw aanwezig is. Soms vliegt de bewoner zelfs de kast uit.

Het geluid hoeft niet echt hard te zijn, het maximum van je telefoon is prima, geen blue tooth speaker, en ook niet langdurig. Downloa een geluidsfile met roepen achter elkaar of componeer er een. Houd je vinger bij de pauzeknop, kijk naar de kastopening en speel een of twee keer een schreeuw af. Stop dan om het antwoord af te wachten. De reactie laat vaak wat op zich wachten, soms wel een minuut. Na twee of drie keer moet je wat horen, anders is er geen gierzwaluw aanwezig.

 

Geschikte tijdstippen

Het beste resultaat krijg je  's morgens vroeg vanaf een uur of 6 tot 7 - 8 uur. ' s Morgens vroeg is er nog weinig storend verkeerslawaai. Meestal zijn beide ouders dan nog aanwezig maar hoe later hoe meer kans dat ze al vertrokken zijn. In de middag zijn beide ouders meestal ver weg om te foerageren, maar  's avonds zit er ook vaak wel eentje op het nest.

 

Geschikte periodes

Je hebt het minste last van geluiden van rondvliegende (nestzoekende) andere gierzwaluwen als de nestzoekers er nog niet zijn. Die komen in de 2e/3e week van mei, soms pas eind mei. Dus de 1e/2e week van mei is een kansrijke periode. Rond 20 mei zijn verreweg de meeste broedvogels wel aangekomen, dus de trefkans op respons uit bekende bezette nesten is het grootst tussen 6 en 7 uur en toenemend tot 20 mei. Geen respons betekent dan vaak niet bezet.

Als de 'bangers' rond 25 mei aankomen blijven de vogels vaak langer op het nest om dat te verdedigen, soms wel de hele ochtend als er veel concurrentie is (grote aantallen in 'giervluchten' langs de nesten). Dan kan geluid dus ook reacties geven maar wacht met afspelen tot die bangers een tijdje weg zijn anders hoor je de reactie niet of weet je niet waar die vandaan kwam.

 

Vanaf gemiddeld 25 mei (maar flinke spreiding) wordt er gebroed en is het nest dus de hele dag bezet door minstens een vogel. Geluid kan dan dus de hele dag reacties opleveren maar voor ca. 1 juni is er dus altijd kans dat er geen reactie komt terwijl er toch een bezet nest is.

 

Die periode duurt dan tot ca. 20 juni (maar ook hier spreiding) als beide ouders het nest voor langere tijd (uren) verlaten om voer te halen. Uitlokgeluid zal dan zelden respons geven, alleen als een vogel toevallig even (maximaal 5 minuten) op het nest is om te voeren. Maar oudere jongen op het nest reageren ook wel, dus vanaf eind juni kan er de hele dag met geluid gecontroleerd worden.

 

Het hele seizoen kan er wel in de avond, vanaf 21 u. 'uitgelokt' worden omdat dan de oudervogels geleidelijk, uiterlijk 22.30, op het nest komen om er de nacht door te brengen. Maar met invliegers spotten heb je dan misschien wel net zoveel kans.

 

Nieuwe nesten zoeken

Je kunt ook door straten langs de gevels lopen waar misschien of waarschijnlijk (veel) nesten zitten en het geluid continue afspelen. Zodra je wat hoort wat op respons lijkt kun je gerichter met pauzes afspelen en luisteren naar reacties. Ook hierbij is 's morgens vroeg en in de periode net voor de aankomst van de 'bangers' een efficiënte/effectieve periode omdat die nestzoekers veel afleidend lawaai maken. Ook ' s avond na 21 u. kan lopend afspelen langs mogelijke nesten waarschijnlijk heel goed, als de broeders op het nest komen voor de nacht. Maar er is nog veel te ontdekken en te delen.

 

Beperkingen

Als de te controleren nestkasten (of 'natuurlijke' nesten) erg dicht bij elkaar hangen is het niet mogelijk om te horen uit welke kast het geluid komt, zeker als ze ook nog erg hoog hangen.

Voor erg hoog zittende neststenen aan de rand van een flat of hoog kantoor zal het ook niet werken. Daar een dronetje voor gebruiken?

 

Ervaringen

Henk Schreuders in Hattem vond dit jaar in een paar dagen al vele tientallen bezette nesten. Zie b.v. hier op waarnemingpuntnl de vondsten van 11 t/m 14 mei 2023.

Ik ben er op 14 mei 2023 mee begonnen en scoorde direct succes bij twee kasten aan de Lange Hagelstraat. Het scheelt uren wachten op invliegers !

 

De geluiden

Op de website van GBN staan diverse geluiden om down te loaden. Probeer er maar een paar, er zijn mij nog geen onderzoekjes bekend waaruit blijkt welke het beste functioneren. Ze doen allemaal wel wat. Bij mij doet deze roep 3 het prima.

 

Tips en adviezen

Speel de geluiden niet onnodig lang of vaak af. Als je respons hebt gehad is het nest bezet. Ga niet elke week opnieuw controleren. Het is een verstoring van de gierzwaluwbiotoop en we weten niet of ze er last van hebben. Heb je zelf ervaringen? Ik hoor ze graag.

 

- Meer over (uit)lokgeluid bij GBN en downloadfiles

- Heel veel gierzwaluwgeluiden op Xeno-Canto.org-gierzwaluw

- Angstroep van vogel die geringd wordt

- Meer over lokgeluid (om kasten bezet te krijgen)

 

De details van nesten zoeken met invliegers

 

4. Globale verkenning

 

Als je nog geen idee hebt waar ze in een wijk, dorp of stad zitten, stap dan vanaf eind mei ' s avonds op de fiets en rij rond tot je groepjes gierzwaluwen wat hoger ziet rondvliegen of lager boven de daken. Volg ze en stap af als je ze lager, langs de dakranden in compacte groepjes (3 - 30 vogels) en schreeuwend ziet rondscheuren. Dat noemen we giervluchten, zie filmpje hieronder.

 

Giervluchten langs bezette nestkasten (links in beeld)

 

Die worden uitgevoerd rond de broedplaatsen en bestaan uit nestzoekers en broedvogels. De vluchten beslaan vaak meerdere woningen of woonblokken en geven dus nog geen exacte aanwijzingen maar een globale aanduiding voor de locatie van nesten. Maar ze gaan (met een kleiner aantal vogels) zo nu en dan ook vlak langs ingangen van bezette nesten.

 

 

5. 'Bangers' wijzen de weg

 

Gedetailleerde aanwijzingen voor nestplekken worden gegeven door de met veel kabaal rondgierende  "bangers" ("op de deur kloppers"; nestzoekende niet-broeders zoals dakloos geraakte volwassen vogels en 1e/2e jaars die voor het eerst een nest zoeken) die bij de kolonies actief zijn. Dat gebeurt van eind mei tot half juli. Ze vliegen schreeuwend rond de broedpanden, haken aan bij een nestplaats of in de buurt ervan, laten zich vallen en vliegen weer door. Filmpje: Bangers haken aan bij gierzwaluwnesten in spreeuwenpotten in Leuven (B), Vaak gaat er ook een groepje van twee of drie vogels, vlak achter elkaar aan vliegend, op zo'n broedplaats af en scheert vlak langs de ingang. Na een paar keer langsvliegen gaat er eentje (de broedvogel) naar binnen en de rest vliegt door. "Giervluchten" noemen we deze vaak spectaculaire capriolen. Filmpje van giervluchten.

 

Soms ook daalt een enkele vogel plotseling uit een hoger vliegende groep naar beneden en gaat razendsnel richting nestingang. Als die naar binnen schiet en binnen blijft is het bijna zeker een broedvogel met een nest. Filmpje van invlieger onder nokvorst. (na 50 sec)

 

Kies in de buurt van giervluchten een strategische positie met uitzicht op zo veel mogelijk dakranden, dakgoten , nokken en gevels waar mogelijk nesten zitten. (straathoeken zijn kansrijk). Er komt een moment dat vogels aparte bewegingen maken en aanstalten maken om ergens in te vliegen.

 

Giervluchten verplaatsen zich. Als de deelnemers een bepaald woonblok of huis hebben bezocht zijn ze soms zomaar verdwenen. Ze zijn dan naar een andere kolonie (huis, wijk of dorp) om daar hetzelfde te doen. Zo worden alle bekende broedplaatsen in een dorp of wijk afgezocht/gecontroleerd. Ook worden giervluchten afgewisseld met veel hogere 'verzamelvluchten''. Ze zweven dan enige tijd vrij rustig, in nog grotere groepen boven een kolonie.

 

'Bangers' op kraamvisitie?

Op 1 augustus 2022 vertelde Remco Daalder (auteur van het boek "De Gierzwaluw") bij Vroege Vogels radio o.a. over de activiteiten van die luidruchtige nestzoekende pubers bij gierzwaluwnesten. Iemand noemde het vorige week op de fenolijn "kraamvisites"  en vroeg om waarnemingen van anderen. Zie filmpje met 'bangende' gierzwaluwen bij de kolonie in de klaagmuur van Jeruzalem.

Op de rest van de teksten van Remco kwam op het gierzwaluwforum nogal wat commentaar. Hier het item, vanaf 2 uur en 8 min.: Vroege Vogels 31-7-2022  over gierzwaluwen. En hier commentaren op gierzwaluwforum - Google Groups .

Zie ook: bericht op OOG.TV , 31 - 7 - 2022.

 

 

6. Invliegers spotten

 

Nu is het de kunst om broedvogels te vinden die het nest ingaan om jongen te voeren.

Ga bij mooi weer op pad, droog, liefst plus 20 graden, niet te veel wind, vanaf half juni en na 21.00 u. Maar als het minder weer is en je vermoedt al nesten in een bepaalde buurt of woonblok, dan kun je het beste wat later gaan, drie kwartier / een half uur voor het echt donker is. Er zijn dan geen of heel weinig bangers die nieuwe nestplekken kunnen aanwijzen maar de broedvogels die er wel zijn gaan op enig moment naar binnen voor het doorbrengen van de nacht op het nest. En vlak voor donker gaan ze vaak nog even snel op en neer om een paar insecten bij de jongen af te leveren of wat mee te vliegen met andere groepjes boven de kolonie.

 

Als je de invlieger hebt zien binnengaan kun je de ingang nog een tijdje in de gaten houden want, als er  gebroed wordt, zal binnen vijf minuten de afgeloste vogel naar buiten komen. Tot ca. een week na het uitkomen van de jongen zit er constant een vogel op het nest die om de 2-3 uur wordt afgelost. Dan weet je ook hoe het uitvliegen gaat en heb je een tamelijk hard bewijs van een bezet nest dat als broedgeval kan worden aangemerkt (zie verderop voor nader bewijs)

 

Nestingangen worden bijna altijd van schuin van onderen aangevlogen. Dat is (omgekeerd) ook ongeveer de baan van de uitvliegende jongen.  Die laten zich naar beneden vallen en winnen dan geleidelijk hoogte maar direct horizontaal uitvliegen kunnen ze ook (als het nodig is).

 

Vaak lukt het invliegen niet de eerste keer, vooral in het begin van het seizoen, ze moeten de routine nog krijgen, want de route is soms ingewikkeld door nabijheid van woningen of bomen. Soms zie je ze duiken maar vlak bij een gevel of dakrand weer omhoog gaan. Ren er heen om goed zicht te krijgen op de omgeving van de plek waar ze het laagst waren en dan is de kans groot dat je hem of haar bij de tweede of derde poging ergens naar binnen ziet schieten.

 

 

7. Uitvliegers

 

Uitvliegers zijn natuurlijk ook een tamelijk hard bewijs voor een broedplek, maar de trefkans daarvan is veel kleiner en je ziet het meestal alleen bij toeval als je een woonblok in de gaten houdt. Het gebeurt stiekem, zonder begeleiding van soortgenoten. Vanaf de uitgang vliegen ze eerst wat lager en dan een eind laag, rechtuit, vaak op schouderhoogte en winnen dan langzaam hoogte. 

- Filmpje van het eerste, dalende deel van de vlucht.

Het uitvliegen gaat wat "waggelend", alsof ze iets moeten ontwijken. Zie je zo'n vliegpatroon, kijk dan niet waar de vogel heengaat maar in de richting waar ie vandaan kwam. Ga er later nog eens kijken, want voorlopig is daar niet zo veel kans op activiteit. (aflossing om de twee-drie uur tijdens broeden; met grotere jongen en ' s avonds wat vaker in- en uitvliegend). Of volg de bangers ter plaatse als die actief zijn.

 

 

8. Zoekperioden

 

In de middag niet veel kans

Van ongeveer 12 tot 20 uur zijn in het hele seizoen bijna alle vogels buiten stad of dorp naar de foerageergebieden, soms erg ver weg. Alleen de broedende vogels komen om de 2-3 uur terug naar het nest om elkaar af te lossen. En later in het seizoen, na 15 juni, steeds regelmatiger om de jongen te voeren. De kans dat je die overdag treft is vrij klein, ook al omdat ze dan meestal solitair vliegen. Maar in grote kolonies zie je zo nu en dan ook overdag wel eens een groepje boven stad, wijk of dorp vliegen. Bij slecht weer, kou en/of regen, zoeken de nestzoekers ("bangers") betere oorden op en blijven soms dagen weg. Maar zodra het opknapt zijn ze terug. De broedvogels komen ook bij slecht weer in ieder geval elke nacht terug op het nest. Als het erg hard regent blijven ze ook overdag op het nest.

 

De beste tijden om nesten te zoeken (op basis van ' bangergedrag' en invliegers) zijn 's avonds van 20 - 22.30 u. (maar ook wel ' s morgens vroeg van 6-9) op dagen met mooi weer, na ongeveer 15 juni. Dan is het boven de kolonie erg druk met broedvogels en nestzoekers.

 

Hieronder staat het resultaat van invliegtellingen in een nestkast met drie jongen in 2020 in Herrenberg, Duitsland, 40 km onder Stuttgart. Er is geteld door het bekijken van de beelden van een interne camera die alles opslaat en werd aangestuurd door een sensor die registreert als een vogel naar binnen komt.

Duidelijk is dat de trefkans niet erg groot is, ook niet in de drukste tijd als de jongen al wat groter zijn. Ook dan komt er gemiddeld maar elk half uur een oudervogel binnen. En als je pech hebt niet een in een uur. Maar je kunt het ook erg treffen met twee in de eerste 10 minuten.

 

Aantal invliegers per uur

 

 

De aantallen werden opgegeven per dag maar heb ik omgerekend naar invliegers per uur, op basis van een variërend aantal van 15 - 17 vlieguren per dag tussen zonsopkomst en zonsondergang.

Het is overigens een relatief laat broedsel. Gemiddeld komt het derde ei ongeveer op 10 juni uit en vliegt het laatste jong op 21 juli uit. De eieren zijn laat gelegd. Mogelijk was er een indringer want op 21 mei werd een 1e ei uit het nest gewerkt.

Onderzoek gedaan door Wolfgang Zwick op wolfgang.zwick@web.de

Invliegen betekent overigens lang niet altijd hetzelfde als voedsel voor jongen bezorgen, ook niet in de jongenperiode. In Italië, Rome en UK, Oxford werd vastgesteld dat 8 resp. 25% van de nestbezoeken tijdens de jongenperiode geen voedseloverdracht betrof.

 

Eind april - half mei

Eigenlijk kun je al vanaf eind april gaan zoeken. Rond 15 april arriveren namelijk de allereerste broedvogels maar de hoofdmacht komt in de 1e/2e week van mei. Van al deze vogels weet je zeker dat ze 's avonds voor donker "op stok" gaan op hun nest van vorig jaar (als dat er nog is). Ergens zullen ze dus 's avonds uiterlijk voor donker invliegen en je hoeft ze "alleen maar" te volgen. Beide broedvogels "slapen" altijd, iedere nacht op het nest, van aankomst tot vertrek eind juli. 's Avonds vliegen ze meestal enige tijd boven de wijk en zo nu en plotseling dijkt hij/zij naar beneden. Als je ze volgt kun je ze zien invliegen.

 

Eind mei - half juni

Vanaf half mei tot half juni wordt de kans op succes geleidelijk groter omdat dan ook de niet-broedvogels, de nestzoekers ("bangers" genoemd) aankomen. De broedvogels hebben dan eieren en worden om de 2-3 uur met broeden afgelost.

De nestzoekers geven belangrijke aanwijzingen voor de locatie van nesten. Ze vliegen 's morgens vroeg en vooral 's avonds rond in de buurt van de broedplaatsen. Ze kennen die allemaal (ze zien de oudervogels invliegen) en inspecteren de bezetting een voor een door er in de buurt rond te vliegen, langs dakranden en vlak langs de ingangen te scheuren, onder de nestingang aan te haken, naar binnen te kijken of zelfs naar binnen te gaan. Als een broedvogel op het nest zit (te broeden)  schreeuwt die terug dat de plek bezet is. Meestal druipen de bangers dan af, maar soms proberen ze een bestaande broedplaats in te pikken door in een gevecht een broedvogel te verjagen.

 

Bijzonder filmpje

Een gierzwaluw met geo-locator komt (vertraagd) terug op 22 mei 2016 en ziet dat zijn/haar echtgenoot een nieuwe partner heeft gevonden en al  twee eitjes heeft. Hij/zij verjaagt in een 3 uur durend gevecht de nieuwkomer.  Twintig minuten na einde gevecht worden de 2 eitjes gedumpt en wordt er opnieuw gebroed. 

Filmpje van binnenkomst vogel met geo-locator

(de geo-locator op de rug is na 45 sec te zien).

 

 

Aanhakende 'banger'.

 

Soms zijn bangers "door het dolle heen" en klappen achter elkaar op verschillende plekken op een dakpan, tegen een muur of op een nestkast, meestal in de buurt van een nest maar soms ook ver daarvandaan. Dat zijn dan dus niet allemaal bezette nesten.

 

Zoekvogels zonder nest vertrekken bij de schemer naar grote hoogte.  Je ziet ze soms, als je geluk hebt, in een geconcentreerde groep steeds hoger vliegen en in de richting van de zonsondergang verdwijnen. Ze verzamelen zich voor de nacht o.a. boven het IJsselmeer meer hierover bij nacht- en klimvliegen). Zolang ze geen nestplek hebben gevonden vliegen ze dus dag en nacht door. ' s Morgens rond 6 uur komen ze terug naar steeds dezelfde  kolonie waar ze  verder gaan met het zoeken naar een nestplek.

 

Half juni - half juli

Verreweg de meeste kans op succes is er 's avonds, op mooie zomerdagen tussen 15 juni en 15 juli. De meeste jongen zijn dan geboren, beide ouders zijn op pad voor voedsel en vliegen steeds regelmatiger in om de jongen te voeren. Vooral bij mooi weer blijven ze ' s avonds boven de broedkolonie omdat er dan voldoende voedsel dichtbij te vinden is. Zelfs vlak voor donker vliegen ze nog uit om in een minuut of 5 - 10 nog een paar nachtvlinders op te pikken. De jongen worden 42 dagen op het nest gevoerd. Invliegen gebeurt tot 22.30 - 23.00, afhankelijk van bewolking en maanstand (ze moeten wel de opening kunnen zien).

Nestzoekers vliegen ' s avonds ook langs de broedplaatsen en zijn druk met inspecties, paarvorming, giervluchten, aanhaken en schreeuwpartijen (Engels: "screaming partys")

 

Na 10 juli

Vanaf begin juli beginnen de (aller)eerste jongen uit te vliegen. Die vertrekken dan naar Zuid-Afrika en de ouders volgen vrij snel of een paar dagen later. De laatste uitvliegers vertrekken half augustus en een enkele hele late aan het eind van de maand. De kans op het betrappen van invliegers wordt na 15 juli steeds wat kleiner. Ook de nestzoekers worden minder actief en vertrekken soms vrij plotseling (bij slecht weer). In de eerste week van augustus vertrekken de bangers, ook bij goed weer.

Controle van bekende nesten op bezetting is na 10 juli dus niet meer afdoende mogelijk want het kan zijn dat er wel gebroed is maar dat de vogels al vertrokken zijn.

 

 

9. Andere aanwijzingen

 

Katten

Let op katten in de dakgoot en langs dakranden of zelfs op het dak. Ze plukken in- en uitvliegende vogels uit de lucht en (uitvliegende) jongen uit het nest / de nestopening. Zie: http://waarneming.nl/waarneming/view/77388918 .

 

Buurtbewoners

Omwonenden hebben belangrijke informatie dus probeer daar contact mee te krijgen. Als je nestkasten ziet hangen, bel even aan en vraag naar de bezetting en bel ook aan als je een nest hebt gevonden. Als je ze informeert zijn velen gemotiveerd om ook op te letten en bij een volgende ronde kunnen ze je dan de plaats van andere nesten aanwijzen. Neem een folder mee (zie onderaan) om uit te delen. Spreek passanten eventueel aan met vragen of vertel gelijk wat je aan het doen bent als ze je vragend nakijken. Draag een ("gevaren")hesje, dan wordt je vaker aangesproken en is er meer begrip. Wordt met opschrift "Gierzwaluwbescherming" geleverd door GBN.

 

Als je van plan bent om alle broedplaatsen te vinden zul je hier en daar moeten aanbellen om de achterkant van panden te kunnen bekijken. In Noordwijk-binnen had men daar prima ervaringen mee, bijna iedereen laat je binnen.

 

Soorten broedplaats en kenmerken

Let vooral op daken en gevels die op noordelijke richtingen zijn gericht. Die hebben vanwege de temperatuur vaak de voorkeur maar op zuid kan ook als er beschutting is van overstekken of veel ventilatie ("slechte" daken).

De nesten/ingangen zitten meestal hoog langs nok en kepers van pannendaken, onder het lood van uitlaten en schoorstenen of bij de hoeken van dakramen, dakgoten en dakkapellen. Niet zo vaak midden op een dakvlak. Dat kan vaak alleen als er een pan scheef ligt of als er een hoekje uit is. Maar dat geeft lekkage en is meestal snel hersteld.

 

Ideaal pand voor giertjes, maar dit soort situaties duurt meestal niet lang.

 

Uiteraard heb je veel kans bij verwaarloosde daken (schuren) en pannen met veel openingen (holle, oud-hollandse).  Boeidelen en daklijsten langs platte daken zijn populair en verder kantpannen en nokpannen op kopgevels. In Maarssen zit 70% achter kantpannen, zie Gierzwaluwen Maarssen. Maar in Woudsend zit 95 % achter pannendaken langs nok, kepers en windveren.  Er zijn ook lokale specialisaties, zoals gaatjes naast de uitgang van regenpijpen, steigergaten in kerken en grote gebouwen, ventilatiegaten in muren of in dakgootbetimmeringen en voorts in allerlei andere vrij hoog gelegen gaten, spleten en kieren van gebouwen.

 

Achter dakgoot

Er wordt ook wel gebroed op een buitenmuur met de ingang door de spleet tussen dakgoot en muur die van onderen wordt aangevlogen. Dat kan dus alleen bij hoge muren met vrij hoog gelegen dakgoten.

 

In bomen alleen in buitenland

In Scandinavië, Tsjechië en Schotland wordt wel  gebroed in boomholtes en spechtennesten en in Spanje in palmbomen, zie filmpje van palmboomkolonie In Nederland is ooit een nest in een den gevonden. Meer bij boomnesten.

 

 

10. Aanwijzingen voor bezet nest

 

Om een nestplaats als "bezet" aan te kunnen merken moet er minimaal een invliegende vogel gezien zijn die helemaal verdwijnt en minstens een minuut binnen blijft. Maar ook dan is er nog een kans dat het om een "banger" gaat die een potentiële / onbezette / nieuwe broedplek verkent.  Maar een banger kan een broedvogel worden dus houdt die plek in de gaten bij volgende rondgangen.

 

Vogels die alleen aanhaken en weer wegvliegen ("aantikken' of 'bouncen') tellen niet als bezet nest. Dat zijn "verkennende beschietingen" van zoekende niet-broeders. Maar de kans is wel groot dat er bij de "aantikplek" of in de directe omgeving een nest zit. In waarneming.nl kan het dan als "nestindicerend gedrag" worden gecodeerd. Als er geschreeuw  / gepiep (van bewakende ouders / jongen) uit de plaats van een aanhakende banger wordt gehoord is het voldoende aanwijzing voor de code "bezet nest".

 

Zoekvogels (jonge 1e en 2e jaars en daklozen) die in de loop van het seizoen een nestplek (en een maatje) vinden, bezetten het nest, brengen er de nacht door en broeden pas in het tweede jaar. Alleen als er vroeg in het seizoen (voor ca. eind mei) al een maatje is gestrikt kan soms nog in hetzelfde jaar gebroed worden.

 

Als voor het eerst op een plek invliegers worden gezien is dat dus nog lang niet altijd bewijs voor een broedgeval en zelfs niet voor een bezet nest. Als er al eerder (of in een eerder jaar) invliegers op die plek zijn gezien is dat natuurlijk wel erg waarschijnlijk.

 

 

11. Broedgevalbewijs

 

Uit het vlieggedrag kan vaak al aardig wat opgemaakt worden over het bezettingsstadium van broedplaatsen (zie punt 7 hierboven). Een broedgeval (minimaal een ei gelegd) echt bewijzen is lastiger.

 

1. Volle keelzak

Als er jongen zijn, zijn er ook ouders die voeren. Dat doen ze met een  volle keelzak met voer, zie foto. Niet elke 5-10 minuten zoals de huis- en boerenzwaluwen maar om de 2-3 uur, ' s avonds wat vaker.  Soms is die keelzak met het blote oog te zien. Met camera gericht op de nestingang en op het juiste moment op de repeteerknop drukken levert bewijsfoto's voor "bezet nest met jongen" in waarneming.nl.

 

 

 

 

 

2. Jongen in de nest(kast)opening

Jongen in de kastopening (wat meer wit op keel en wit op voorhoofd) zijn keihard bewijs voor een succesvol broedgeval. Dat doen ze regelmatig in de laatste 10 dagen voor het uitvliegen. Maar het is niet vaak te zien, meer kans tijdens een hittegolf ! Het kost soms wat tijd om die laatste week te pakken te krijgen, vooral als het een laat broedsel is, maar in de weken 2 - 4 van juli vliegt de hoofdmacht uit. Filmpje met jong op punt van uitvliegen.

 

3. Broedvogels op het nest die schreeuwend reageren op aanhakende of langsvliegende 'bangers'. Dat doen ze vooral 's morgens vroeg tot een uur of 10 en in de avond als de bangers actief zijn. Wel lastig en eigenlijk ondoenlijk om de exacte kast te bepalen als er meerdere kasten dicht bij elkaar hangen (en bij tillen b.v.) want je gehoor moet dan wel erg goed de bronrichting kunnen bepalen.

 

4. Dezelfde reacties van broedvogels/grotere jongen kun je uitlokken door met je mobiel gierzwaluwgeluid te laten horen.

 

5. Poepjes onder het nest, op straat of vlak onder de nestingang. Meestal zijn er wel pakketjes (cilindervorming, 2 cm.) te onderscheiden, deels zwart, deels wit. Maar soms is het ook wel vloeibaar. (Dikke) poepstrepen onder de nestopening zijn meestal van een spreeuw. Die laten ook veel meer achter onder de nestingang. Aan veel troep zoals takken en slierten gras of touw die uit de opening hangen, is ook de spreeuw of de huismus te herkennen. Als die wat grotere jongen hebben hoef je niet lang te wachten op invliegende vogels.

 

Het nest en de poepjesmethode

Als er toegang is tot het nest (meestal wel bij nestkasten) is de 'poepjesmethode' een goede.  Als er jongen zijn uitgevlogen blijven er altijd poepjes achter, minimaal een paar en vaak heel veel. Na het seizoen, eind augustus, als er bijna zeker geen jongen meer zijn, de kast openen en kijken of er poepjes (zwart-witte pakketjes, soms plat) zijn achtergebleven. Geen poepjes, geen jongen.

Als er ook een duidelijk gebouwd nest aanwezig is (rond, diameter ca. 8 cm, stevige, harde rand gemetseld met kleurloos speeksel, meestal met veel veertjes, maar soms onduidelijker) is het bewijs nog wat harder. Maar er is niet altijd een goed herkenbaar typisch gierzwaluwnest aanwezig. Er wordt ook vaak genesteld op materiaal van huismus of spreeuw, maar een kuiltje is meestal wel herkenbaar.

Het aantal poepjes hangt o.a. af van het model en de grootte van de kast. Jongen poepen vaak uit het kastgat als dat dichtbij het nest zit, ouders eten veel poepjes op maar kunnen op het laatste niet alles meer verwerken.

 

Camerabewaking

Camerabewaking levert natuurlijk het ultieme bewijs voor (succesvol) broeden. Er zijn erg nauwkeurige gegevens mee te verzamelen. Zo blijkt b.v. de datum van eerste eileg een week vroeger te zijn dan volgens de Sovon-gegevens (welke deels door nestkastopening tijdens seizoen worden verkregen), zie: datum 1e eileg volgens camerabewaking en Sovon. Hier meer over camerabewaking.

 

 

12. Bekende nesten controleren

 

Als je wilt controleren of bekende nesten van eerder jaren opnieuw bezet zijn, of lege kasten opnieuw op bezetting wilt controleren, kun je vijf methoden toepassen.

 

Wachten op invliegers

De grootste trefkans heb je 's avonds bij warm en droog weer tussen 15 juni en 15 juli van 21.00 tot 22.30 als ze jongen voeren en invliegen om de nacht op het nest door te brengen. Als je er twee binnen ziet gaan en binnen blijven is er minimaal een bezettend, slapend paartje en mogelijk ook een broedgeval. Maar ook overdag kun je in- en uitvliegers treffen, vooral als de jongen al wat groter zijn, begin juli.

 

De trefkans op invliegers is in de kolonie in het viaduct bij het Duitse Siegen uitgebreid onderzocht en is hier te lezen.  ("A standard observation protocol for potential common swift, Apus apus nest sites derived from geolocator light data").

Uit dit onderzoek: gemiddeld over het hele broedseizoen komt elke vogel 5,6 keer per dag het nest in, dus totaal 11,2 keer per dag voor beide ouders, omgerekend 0,6 keer per uur oftewel 1x per 1,7 uur.

De maximale frequentie van 2x per uur (rode lijn) voor beide ouders ligt bij het voeren van jongen, in de avond rond 21.30, rond zonsondergang (SS). In de (na)middag, 14 - 19 u. wordt er het minst ingevlogen.

 

 

Het vaakst komen ze begin juli binnen, vaker bij warm weer en minder vaak bij kou, regen of wind en ook vaker 's morgens vroeg, rond het middaguur en in de avond na zonsondergang.

 

Luisteren naar schreeuwen van bewoners

Wachten op bangers die schreeuwend langs de nestingang vliegen en luisteren naar het terugschreeuwen van de "rechthebbende bewoners" . Na 15 juni als er jongen zijn het meest effectief, ook ' s morgens toe te passen. Van 6-10 uur blijft er meestal een ouder op het nest om dat te bewaken tegen bangers, ook als er al wat oudere jongen zijn.

 

Geluiden afspelen

Als de nestplek niet te ver weg is kun je vanaf het moment dat ze gaan broeden srie-srie-geluiden van soortgenoten afspelen. Als er minstens een ouder aanwezig is (tot ca. een week na het uitkomen van de jongen de hele dag en daarna ook 's morgens vroeg en 's avonds) kunnen de oudervogels terugschreeuwen. Oudere jongen kunnen ook reageren. Maar bedenk wel dat het geluid ook van langsvliegende vogels in de buurt kan zijn. Dus niet zo zinvol als er 's  morgens of ' s avonds flink "gebangd" wordt. Bij meerdere kasten dicht op elkaar is meestal niet uit te maken uit welke kast het geluid dan komt. Voor mensen wat een minder gehoor en voor wie de richting van geluid lastig is te bepalen niet zo geschikt.

Meer over deze methode hierboven paragraaf 3.

 

Jonkies in de uitgang

Met een verrekijker kun je naar de uitgang kijken of er jonkies voor de opening zitten (herkenbaar aan meer wit op keel en voorhoofd).  Maar dat doen ze niet zo vaak en pas een week of twee voordat ze uitvliegen, vanaf eind juni.

 

Kliksteentje

Als de ingang van het nest makkelijk bereikbaar is en een handige "drempel" heeft (zoals b.v. een nestkast of een spleet in een muur) kun je een steentje in de opening leggen. Als die later verdwenen blijkt mag je aannemen dat een gierzwaluw het heeft weggeduwd (of een concurrerende spreeuw?).  Als het steentje langer dan twee dagen blijft liggen mag je aannemen dat het nest niet (meer) bezet is want broedvogels komen voor elke nacht terug op het nest. Ook toe te passen om te bepalen wanneer de jongen uitgevlogen zijn en er met renovatie of sloop kan worden begonnen.

 

 

13. Gevonden nesten beschermen

 

Als je een bijdrage wilt leveren aan de bescherming van de nesten is de klus nog niet klaar. Noteer het adres van de nestplaats met een precieze aanduiding van de exacte plek (links of rechts van ...., 4e pan van boven etc.), staande met het gezicht naar de voordeur. Meld de nestadressen bij de bewoners (want die weten het vaak niet), bezorg ze bij de gemeente (want die weet ook niet waar ze zitten), voer ze in op http://waarneming.nl/create , en waarschuw de politie als er illegaal gerenoveerd wordt.

 

Zie hier wat overwegingen over het belang van nesten zoeken: helpt nesten zoeken bij bescherming?

 

Codes bij "activiteit" voor waarneming.nl

- Invlieger die binnen blijft en uitvlieger: "bezet nest".

- groepjes schreeuwend  vlak langs dakranden (giervluchten) en aanhakende "bangers": "nestindicerend gedrag".

-  groepjes (vrij) hoog boven een wijk cirkelend, maar in de buurt blijvend: "ter plaatse" of  "foeragerend" en bij opmerkingen: "hoge verzamelvlucht".

- groepjes in een duidelijke richting (vrij hoog) verder vliegend, ook als dat wat cirkelend, langzaam gaat: "overvliegend", eventueel met richting.

- Witte voedselbol in keel zichtbaar bij invliegen: "bezet nest met jongen"

- Invliegende vogel met veertjes of ander nestmateriaal in de bek: "nestbouw"

- Jonkies in de nestingang: "bezet nest met jongen"

- Poepjes (meestal zwart-wit gekleurde ovale pakketjes)  onder nest op straat: "Bezet nest met jongen".

 

De gegevens komen in de nationale databank NDFF die ook gebruikt wordt door ecologen, vergunningverleners en bouwers. Alle waarnemingen op waarneming.nl zijn voor iedereen zichtbaar, zie b.v. Alle waarnemingen gierzwaluw met code "bezet nest" in 2023 Je kunt ook een kaartje maken met de locaties van de nesten, zie b.v. kaart nestadressen Maarssen-dorp 2016-2019 (inzoombaar).

 

De Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF), met meer dan 150 miljoen natuurwaarnemingen, is ook voor de gierzwaluw van groot belang. De databank wordt vooral op abonnementsbasis geraadpleegd door profs (ecologen, gemeenten, provincies) bij de opstelling van natuurplannen en b.v. ontheffingen voor verbodsbepalingen van de Wet natuurbeheer. De bedoeling is nu dat de meeste gegevens in de toekomst voor iedereen opvraagbaar worden. Daartoe is de databank per 1 november 2021 ondergebracht bij BIJ12, de uitvoeringsorganisatie van de twaalf samenwerkende provincies. De techniek erachter wordt vernieuwd en de nieuwe databank wordt eind 2023 operationeel.

Overigens kan iedereen met een niet commercieel doel (bijvoorbeeld voor onderwijs, onderzoek, journalistiek of maatschappelijk doel) ook nu al een aanvraag doen voor data uit de NDFF. In de meeste gevallen kan dat kosteloos worden geleverd. Aanvragen kun je doen bij het serviceteam NDFF.

- Verhuisbericht 9-11-2021 van BIJ12 .

 

Bewoners

Bedenk dat erg veel (zo niet de meeste) nesten verloren gaan door kleine ingrepen die niet vergunningplichtig zijn (reparaties, dak vernieuwen, isolatie, dakkapel plaatsen). Informeren van de bewoners is dus erg belangrijk. Misschien kun je deze info-folder (.pdf) na wat aanpassingen gebruiken om in de brievenbus te doen.

Maar aanbellen is beter. Ik deed vele honderden flyers in de bus (Woudsend, Maarssen, Utrecht) maar kreeg maar een paar reacties en weet niet wat het effect was.

 

Veel plezier met je speurtochten!

 

 

Kanttekeningen bij het nut van nesten zoeken

Hanne Tersmette van Vogelbescherming roept in een gesprek op NPORadio1  en met de oproep van Vogelbescherming in Nature Today sinds 2021 op om nesten te gaan zoeken en deze te melden op waarneming.nl . Dat zou kunnen helpen om ze te beschermen. Maar de verwachtingen daarvoor worden vaak te hoog ingeschat.

 

 

Nestkom gierzwaluw op een oud mussennest met een ei dat verloren gaat.

 

Vooral bij (kleinere) particuliere projecten (woningen maar ook andere gebouwen) zijn locaties van nesten meestal niet bekend en wordt er geen onderzoek naar gedaan bij voorgenomen werkzaamheden. Waarneming.nl wordt niet geraadpleegd. Dan gaan ze door de renovatie of sloop ongecompenseerd verloren. Vernielen van nesten is verboden maar er is geen renoveerder of sloper die met de klus stopt als er onverwacht nesten blijken te zitten. Alleen als dat afgedwongen wordt door iemand die de politie of een handhaver van de Wet natuurbesherming inschakelt. Voor heel veel klussen is geen vergunning nodig, dus gemeente en provincie weten nergens van om te kunnen handhaven. En als er wel een vergunning nodig is wordt op het aanvraagformulier gewoon ingevuld "geen ecologische bezwaren". De gemeente controleert dat meestal niet.

 

(Inmiddels hebben provincies, m.n. Utrecht en Overijssel, een werkwijze ontwikkeld voor particuliere eigenaren om op een simpeler manier te kunnen renoveren en toch te voldoen aan de vereisten van de Wet natuurbescherming, zie Het Pre-SMP van Utrecht en Overijssel, maar het is al zeer twijfelachtig of dit systeem wel werkt).

 

Bij grotere renovatie- en sloopprojecten wordt b.v. door woningcorporaties en bouwbedrijven (meestal) wel vooraf onderzoek gedaan naar nestelende vogels. Dat vereist de wet namelijk. De dienstdoende ecoloog gaat zelf zoeken maar raadpleegt dan ook waarneming.nl en zal de gemelde nesten dan tegenkomen en maatregelen kunnen opnemen ter bescherming / vervanging. Op die manier kan nesten zoeken en melden dus helpen om te verzekeren dat er rekening mee wordt gehouden. Een goede ecoloog zal de nesten ook zonder waarneming.nl wel vinden maar soms is de te besteden tijd tekort om alles te vinden.

 

Verder kan het melden van de nesten misschien helpen bij particuliere woningen als de vondst ook bij de bewoner wordt gemeld. Vaak weet die niet van de broedsels en kan dan t.z.t. bij werkzaamheden het nest proberen te behouden of een vervangende kast ophangen. Maar dat vereist wel kennis van zaken en niet iedereen zal de moeite nemen en sommigen worden dan zelfs gestimuleerd om ze verborgen te houden.

 

Bedenk verder dat heel veel nesten ( de helft?) nooit gevonden kunnen worden omdat de ingangen vanaf de openbare weg niet zichtbaar zijn.

 

Kortom, een goedbedoelde oproep van Vogelbescherming (en leuk werk voor de zoekers die er ook nog wat van opsteken) maar de gierzwaluw zal er niet zoveel baat bij hebben. Voorbeeld: na zes jaar elk jaar heel veel uurtjes nesten zoeken in Utrecht vond ik pas in 2022 het eerste bewijs van een gered nest, zie de melding op waarneming.nl - Lombok. Tenminste, dat dacht ik eerst. Maar bij nader beschouwing bleek de ingang veel te groot te zijn gemaakt. Dat vinden gierzwaluwen niet leuk vanwege kans op predatie en teveel licht op de broedplaats en het is dus zeer de vraag of het nest benut blijft.

 

Hoe dan ?

Standaard en verplicht neststenen in alle nieuwbouw en bij renovatie op geschikte locaties moet het worden. Zie motie Tweede Kamer  en het manifest van bouw- en natuurclubs voor een ' Natuurstandaard". Makkelijk,  kost bijna niets en mijlen beter dan het bewerkelijke gedoe met 'compenserende' nestkasten op foute plekken die nooit bezet raken (9,4% bezetting van 1.350 Utrechtse nestkasten in 2022).

 

Resultaten

De gevonden nesten (invliegopeningen)  kunnen op deze pagina gemeld worden. Wel eerst even een account aanmaken. Zie ook tips en trucs voor nesten zoeken.

In 2021 zijn er ca. 830 nesten gemeld (per 8 augustus), waaronder 80 van mijzelf in Utrecht (vnl. in nestkasten) en 200 totaal in de stad Utrecht. Zie alle waarnemingen met code "bezet nest" op waarneming.nl. In 2020 (zonder oproep van VB) waren het er totaal ca. 550.

In 2023 werden bijna 850 nesten gemeld. Ruim 35 % daarvan was van slechts twee personen die intensief zochten in Hattem en Utrecht. Er zijn niet zoveel vrijwillige nestenzoekers in Nederland.

 

Aad van Uffelen nam de uitdaging serieus op, fietste 400 kilometer door elf dorpen in het Westland en vond 73 nesten, zie zijn verslag bij KNNV- Delfland . Volgend jaar wil hij met meer mensen verder zoeken want er zijn natuurlijk nog veel meer nesten. Dat lukte met zeven man/vrouw en er werden toen 128 nesten gevonden, zie bericht november 2022.

 

Minstens de helft van de meldingen noemt helaas geen adres van het nest zodat je maar moet hopen dat de locatiepijl op de goede plaats staat. Vaak (de meesten voeren in via de app op het mobieltje) staat de pijl elders, op de plaats van de waarnemer, aan de andere kant van de straat van waar het nest zit of op de plaats waar de melding werd bewaard. Een aanduiding van de exacte plek in het pand ontbreekt ook vaak (dak, dakgoot, links, rechts, etc).  Bij meer dan de helft wordt niet vermeld wat er gezien is. In- / uitvliegers (is nest) of langsvliegers / aanklampers / giervlucht (is geen of misschien een nest, in de buurt) ? Vaak  wordt vergeten om "bezet nest" te coderen of er wordt een andere code genoteerd, zoals "waarschijnlijke nestplaats" of "nestindicerend gedrag", zodat ze niet teruggevonden worden als Vogelbescherming of een andere belangstellende daarop niet selecteert.

 

Alleen een invliegende gierzwaluw  (of een uitvlieger, maar dat zie je bijna nooit), roepende vogels of piepende jongen uit een "verdachte broedplaats" tellen als bezet nest.  Uit de nestopening kijkende jongen (met meer wit op de keel en voorhoofd dan ouders) telt uiteraard ook maar die tref je eigenlijk ook nooit. Langsvliegende of aanklampende ' bangers' (nestzoekers) tellen niet ! Maar het is wel goed om die toch te melden, als "nestindicerend gedrag", evenals langsscherende giervluchten op dakhoogte, zodat de raadplegers van waarneming.nl toch geattendeerd worden op de mogelijkheid van nesten in de buurt.

 

 

Broedplaatsonderzoek / tellingen

 

- Ontwikkeling broedvogelbestand, Nederland en buitenland

- Bezetting 2.016 nestkasten in Utrecht, 2018-2023

- Lijst met 45+ landelijke, regionale en lokale gierzwaluwtellingen

 

++++++++++

 

Jaap Langenbach

jaaplangenbach@ziggo.nl

06 - 3849 7474

Willemstraat 38, 3511 RK Utrecht

 

  Begin pagina