Gierzwaluwnesten zoeken/controleren
|
Nesten van gierzwaluwen zijn niet zichtbaar en de vogels vliegen razendsnel naar binnen. Filmpje van invliegende gierzwaluw achter pannendak (50% vertraagd). Je kunt dus alleen invliegopeningen opsporen en je moet erg goed opletten. Aanwijzingen voor bezette nesten moeten uit het soms raadselachtige vlieggedrag worden afgeleid. Op deze pagina staan tips voor het efficiënt zoeken naar nesten en het controleren op bezetting van bestaande, bekende nesten.Bekijk hier wat typische nestingangen van gierzwaluwnesten: gierzwaluwnestplaatsen.
Op deze pagina
1.
Samenvatting voor snel succes
2.
Kastencontrole met camera op telescoopsteel 9. Andere aanwijzingen voor een nest 10. Aanwijzingen voor bezetting 12. Controle van bekende nesten 13. Gevonden nesten beschermen
1. Samenvatting voor snel succes met
invliegers
Als je er nog weinig kijk op hebt kost het veel tijd om een
gierzwaluwnest te vinden. Deze handleiding is vrij lang geworden en geeft ook verklaringen
/ duidingen van het vaak
raadselachtige vlieggedrag. Daarom hier eerst de belangrijkste tips voor een snelle
kick bij de eerste vondst die naar meer smaakt.
Van eind april tot eind mei: de broedvogels
komen aan, verreweg de meesten in de eerste twee weken van mei. Ze keren
terug naar het nest waar ze het jaar ervoor hebben gebroed. ' s Avonds
verzamelen ze zich vaak in kleine groepjes hoog boven de broedplaatsen.
Bij mooi weer foerageren ze daar soms geruime tijd. Overdag foerageren ze
ver weg. Maar voor donker komen ze
allemaal voor de nacht het nest in. Stap op de fiets en zoek de hoog
vliegende groepjes boven dorp of wijk. Je hoeft een plotselinge daler "alleen maar" te volgen
of toevallig te treffen om
de nestplek te vinden. Dat doen ze solitair, heel stiekem en razendsnel.
Er zijn nog geen aanwijzingen door giervluchten van
rondscheurende groepjes niet-broeders langs de dakranden. Die arriveren eind mei. De kans om een nest te vinden is dus al met al in het begin
van het seizoen tot einde mei nog niet zo groot.
Vanaf eind mei tot eind juli.
Eind mei, soms al vanaf 15 mei, komen de
niet-broeders aan die de broedkolonies gaan inspecteren. Zoek ' s avonds fietsend van 20-22 u. naar groepjes gierzwaluwen die
(hoog) boven een wijk
vliegen en volg ze tot ze laag en snel rond huizenblokken vliegen. Blijf ze
volgen tot ze in kleine groepjes
snel, gierend ( srie, srie roepend) heel dicht langs daken, dakgoten en gevels scheuren.
Vind uit waar de vogels op de pannen landen, aan een muur
of onder een dakgoot vasthaken en weer wegvliegen (dat zijn
de nestzoekers, ook wel 'bangers' genoemd). Vroeger of later zie je ergens in de buurt van de
activiteiten een broedvogel (die vaak met de groep zoekvogels meevliegt)
naar binnen schieten. Als die langer dan een minuut binnen blijft mag
je aannemen dat het een bezet nest is.
Controle van bekende nesten
Als je wilt controleren of een bekend nest uit eerder jaren
opnieuw bezet is kun je het beste van 15 juni tot 15 juli 's avonds kijken
tussen 21.00 en 22.45 u. Dan fourageren ze meestal niet ver weg maar bovenm
de kolonie, samen met de nestzoekers. Vooral begin juli zijn er dan al wat grotere jongen die regelmatig
gevoerd moeten worden en ouders vliegen steeds regelmatiger in. Tot 22.45, bij helder weer, kunnen
ze binnen komen om de nacht door te brengen. Het hoeft geen mooi weer te zijn, ook bij slecht
weer (regen, kou, wind) komen ze elke
avond binnen om te overnachten. Het is wel goed opletten want de
broedvogels komen vaak geheel onverwacht uit de hoogte naar beneden en
knallen meestal in een keer, of soms na een
enkele mislukte poging,
de kast in. Ze kennen de route door en door.
2
28
Inspectie van de kastinhoud (zonder
verstoring, buiten het broedseizoen !) met behulp van een camera op een
telescoopsteel zou veel tijd kunnen besparen bij de controle op bezetting
van nestkasten en geeft informatie over het broedsucces. Je kunt met kastinspectie na het broedseizoen voorkomen dat je
nodeloos lang kijkt naar waarschijnlijk lege kasten. En correspondeert een invlieger echt wel met een aanwezig nest, zijn
er dode eieren of jongen achtergebleven, is de kast echt niet bezet als er geen invliegers zijn gespot?
D
Helaas herinnerde ik me een belangrijke
beperking wat te laat. Anders was ik er misschien niet aan begonnen. De te inspecteren kasten
worden niet schoongemaakt. Dat is na het
broedseizoen eigenlijk wel nodig (losse rommel
weg maar nest laten zitten) om het jaar daarop broedactiviteit vast te
kunnen stellen. Met
name achtergebleven poepjes verwijderen is belangrijk, anders is niet vast te stellen of er
jongen zijn uitgevlogen.
De camera is dus vooral van nut bij waarschijnlijk
lege kasten om een eerste bezetting te kunnen vaststellen zonder al te veel
tijd aan invliegers te hoeven besteden. En verder voor meer bewijsmateriaal
bij twijfelgevallen of
broedactiviteit van andere soorten. Je kunt wel zien of er een typische
nestkom aanwezig is.
Hieronder wat over de gebruikte constructie.
De glazenwasserstok van 7 m. kwam
voor 60,- Euro
van koopjedeal.nl
. Met je eigen lichaam erbij kun je ermee tot ca. 8 m. reiken,
bovenkant 3e verdieping van een normaal woonblok. (De eerdere teststok van
4,7 m. heb ik op K-dag voor 40 Euro kunnen verpatsen).
Het verstelbare uiteinde is erg handig.
Daarmee kun je er voor zorgen dat je recht de opening ingaat en dat de camera zowel in linkse als rechtse invliegopeningen
kan om te kunnen richten op de andere kant van de kast waar het nest zit. Ook kun je
de richting aanpassen aan diverse typen invliegopening. Het
uiteinde kun je tegen de rand van de opening laten rusten zodat de
stok niet meer zwiebert. Dan is het "zwabberen" in de top van (erg)
lange stokken niet zo'n probleem.
Op het onderste deel van de stok zijn twee beugels
gezet waarover, na het inschuiven van de telescoopdelen, de
camerakabel gelegd kan worden. Onderaan de stok zitten steunen om de camerakabel te beschermen als de stok rechtop staat.
Onderkant stok met
steun van 3 houten pluggen, vastgemaakt met kabelbinders voor
kabelbescherming en met onderste beugel voor kabelopslag.
Op 4-4 werd een "dual lens"
endoscoopcamera
voor 120 Euro bezorgd met 10 meter kabel. Dat "dual" (rechtuit
kijken of haaks daarop) is wel handig. Je kunt de kabel rechtuit in de
opening steken en dan haaks om de hoek naar de andere kant van de kast
kijken. Op het display zit een knop om tussen de camera's te schakelen.
De camera en kabel is behoorlijk sterk. In opgevouwen stand viel de stok
staande een keer om waardoor de kabel net onder de camera in een scherpe hoek van 90
graden werd gebogen en er zelfs een deukje in het camerahuis kwam. Maar hij
doet het nog!
Niet veel later ontdekte ik
nog
deze camera voor ca. 60 Euro
, maar met enkele lens. Die kijkt dus alleen "rechtuit", in het
verlengde van de kabel. Je moet dan de camerakabel in een haakse hoek, in de
richting van het potentiële nest,
voorbuigen.
Er zijn ook spotgoedkope cameraatjes van dit
type met semi-stijve kabel voor 10 - 25 Euro te koop,
zoals deze met 5 m. kabel
en bij o.a. Aliexpress voor 7 ! Euro, die je op je mobiel kunt aansluiten en
met een appje kunt draaien. Ik heb er twee geprobeerd maar die deden het
niet. Alleen heel kort even (een prima) beeld maar dat viel direct weg.
Eentje deed het wel op de laptop maar niet op mobiel. Geen idee waar
het aan ligt. Mijn mobiel heeft wel het vereiste OTG.
Testopstelling thuis. Hier is de camerakijkrichting
in het verlengde van de kabel. (De Zeistkast is wat gekanteld om ook te
kunnen oefenen met een verticaal front.)
Het is even prutsen om de camera goed gericht
te krijgen. Bedenk dat je in de praktijk (vooral bij lange stelen) alleen de
steel wat rond de lengteas kunt draaien. Beneden zou je je vele meters
moeten verplaatsen voor een andere kijkrichting.
Voor camera "rechtuit" of "om de hoek" heb je
verschillende vooraf ingestelde "standjes" nodig. Bij de eerste test werd de
"haaks om de hoek" gebruikt, dan heb je dus de "dual lens" nodig. Dat lijkt
het handigst want met de
andere opstelling "rechtuit kijken" komt de voorgebogen kabel
(niet haaks maar in een flauwe bocht!) erg dicht bij
het nest. Met "om de hoek" kijken zie je meer van de bodem op de voorgrond.
Camera die "om het hoekje" kijkt. Kabel steekt dus
recht naar voren de kast in. Op het scherm het beeld van een deksel dat
ongeveer zo groot is als een nest.
De instelling vooraf hangt ook af van het
kasttype zoals Zeist en Maastricht met de invliegrichting schuin van
onderen, de rechte voorkant van een neststeen, een ingang in de bodem of
ingangen aan de linker of aan de rechterkant. Koop een voorraadje
kabelbinders om diverse "standjes" te kunnen testen en praktiseren.
De kabel over de lengteas draaien gaat niet
meer als ie al in de steel en vastgebonden zit. Probeer dus vooraf ongeveer
het gewenste beeld te vinden, b.v. zodat het op de foto of het
display rechtop staat of op de kop, want bij iets daartussenin is het soms
lastig om de situatie te herkennen.
Het beeld is op z'n scherpst tussen 3 en 8 cm maar ook verder weg goed. Je kunt in 2 stappen 100% inzoomen,
3 staapen lichtsterkte instellen en foto's en filmpjes van maken
die op de SD-kaart van 32 GB worden opgeslagen.
In april 2023 werden 45 kasten met de camera gecontroleerd. Bekijk
15 mei 2023
Naast de camera en invliegers spotten is een
derde mogelijkheid om de bezetting van bekende nesten te controleren het
afspelen van 'uitlokgeluid'. Als dat wordt beantwoord uit het nest is er
bezetting. Maar je kunt er ook nieuwe nesten mee vinden.
Als een of beide broedvogels op het nest
zitten verdedigen ze dat tegen concurrenten (indringers die op overname
azen, nestzoekende 'pubers', dakloos
geraakte broedvogels). Die vliegen schreeuwend en aanhakend langs en daar
wordt altijd op geantwoord door de bewoners met een enkele of een paar
schreeuwen of door de
tweetonige duetroep van een
paartje. Als je dus het geluid van de concurrenten afspeelt met
je mobiel, krijg je zeker antwoord als er een gierzwaluw aanwezig is. Soms
vliegt de bewoner zelfs de kast uit.
Het geluid hoeft niet echt hard te
zijn, het maximum van je telefoon is prima, geen blue tooth speaker, en ook niet
langdurig. Downloa een geluidsfile met roepen achter elkaar of componeer er
een. Houd je vinger bij de pauzeknop, kijk naar de kastopening en speel een
of twee keer een schreeuw af. Stop dan om het antwoord af te
wachten. De reactie laat vaak wat op zich wachten, soms wel een minuut. Na
twee of drie keer moet je wat horen, anders is er geen gierzwaluw aanwezig.
Geschikte tijdstippen
Het beste resultaat krijg je 's morgens
vroeg vanaf een uur of 6 tot 7 - 8 uur. ' s Morgens vroeg is er nog weinig storend
verkeerslawaai. Meestal zijn beide ouders dan nog aanwezig maar hoe later
hoe meer kans dat ze al vertrokken zijn. In de middag zijn beide ouders
meestal ver weg om te foerageren, maar 's avonds zit er ook vaak wel
eentje op het nest.
Geschikte periodes
Je hebt het minste last van geluiden van
rondvliegende (nestzoekende) andere gierzwaluwen als de nestzoekers er nog
niet zijn. Die komen in de 2e/3e week van mei, soms pas eind mei. Dus de
1e/2e week van mei is een kansrijke periode. Rond 20 mei zijn verreweg de
meeste broedvogels wel aangekomen, dus de trefkans op respons uit bekende
bezette nesten is het grootst tussen 6 en 7 uur en toenemend tot 20
mei. Geen respons betekent dan vaak niet bezet.
Als de 'bangers' rond 25 mei aankomen blijven
de vogels vaak langer op het nest om dat te verdedigen, soms wel de hele
ochtend als er veel concurrentie is (grote aantallen in 'giervluchten' langs
de nesten). Dan kan geluid dus ook reacties geven maar wacht met afspelen
tot die bangers een tijdje weg zijn anders hoor je de reactie niet of weet
je niet waar die vandaan kwam.
Vanaf gemiddeld 25 mei (maar flinke spreiding)
wordt er gebroed en is het nest dus de hele dag bezet door minstens een
vogel. Geluid kan dan dus de hele dag reacties opleveren maar voor ca. 1
juni is er dus altijd kans dat er geen reactie komt terwijl er toch een
bezet nest is.
Die periode duurt dan tot ca. 20 juni (maar ook hier spreiding)
als beide ouders het nest voor langere tijd (uren) verlaten om voer te
halen. Uitlokgeluid zal dan zelden respons geven, alleen als een vogel
toevallig even (maximaal 5 minuten) op het nest is om te voeren. Maar
oudere jongen
op het nest reageren ook wel, dus vanaf eind juni kan er de hele
dag met geluid gecontroleerd worden.
Het hele seizoen kan er wel in de avond, vanaf
21 u. 'uitgelokt' worden omdat dan de oudervogels geleidelijk, uiterlijk
22.30, op het nest komen om er de nacht door te brengen. Maar met invliegers
spotten heb je dan misschien wel net zoveel kans.
Nieuwe nesten zoeken
Je kunt ook door straten langs de gevels lopen waar
misschien of waarschijnlijk (veel) nesten zitten en het geluid continue
afspelen. Zodra je wat hoort wat op respons lijkt kun je gerichter met
pauzes afspelen en luisteren naar reacties. Ook hierbij is 's morgens vroeg
en in de periode net voor de aankomst van de 'bangers' een
efficiënte/effectieve periode omdat
die nestzoekers veel afleidend lawaai maken. Ook ' s avond na 21 u. kan
lopend afspelen langs mogelijke nesten waarschijnlijk heel goed, als de
broeders op het nest komen voor de nacht. Maar er is nog veel te
ontdekken en te delen.
Beperkingen
Als de te controleren nestkasten (of
'natuurlijke' nesten) erg dicht bij elkaar hangen is het niet mogelijk om te
horen uit welke kast het geluid komt, zeker als ze ook nog erg hoog hangen.
Voor erg hoog zittende neststenen aan de rand
van een flat of hoog kantoor zal het ook niet werken. Daar een dronetje voor
gebruiken?
Ervaringen
Henk Schreuders in Hattem vond dit jaar in een
paar dagen al vele tientallen bezette nesten. Zie b.v. hier op
waarnemingpuntnl
de vondsten van 11 t/m 14 mei
2023.
Ik ben er op 14 mei 2023 mee begonnen en
scoorde direct succes bij twee kasten aan de Lange Hagelstraat. Het scheelt
uren wachten op invliegers !
De geluiden
Op de website van GBN staan diverse geluiden
om down te loaden. Probeer er maar een paar, er zijn mij nog geen
onderzoekjes bekend waaruit blijkt welke het beste functioneren. Ze doen
allemaal wel wat. Bij mij doet
deze
roep 3 het prima.
Tips en adviezen
Speel de geluiden niet onnodig lang of vaak
af. Als je respons hebt gehad is het nest bezet. Ga niet elke week opnieuw
controleren. Het is een verstoring van de gierzwaluwbiotoop en we weten niet
of ze er last van hebben. Heb je zelf ervaringen? Ik hoor ze graag.
- Meer over (uit)lokgeluid bij
GBN en downloadfiles
- Heel veel gierzwaluwgeluiden
op Xeno-Canto.org-gierzwaluw
-
Angstroep van vogel die
geringd wordt
- Meer over lokgeluid (om
kasten bezet te krijgen)
De details van nesten zoeken met invliegers
4. Globale
verkenning
Als je nog geen idee hebt waar ze in een wijk, dorp of stad
zitten, stap dan vanaf eind mei ' s avonds op
de fiets en rij rond tot je groepjes gierzwaluwen wat hoger ziet rondvliegen of
lager boven de daken.
Volg ze en stap af als je ze lager, langs de dakranden in compacte groepjes (3
- 30 vogels) en
schreeuwend ziet rondscheuren.
Giervluchten langs bezette nestkasten (links in
beeld)
Die worden uitgevoerd rond de broedplaatsen en bestaan uit nestzoekers en
broedvogels. De vluchten beslaan vaak meerdere woningen of woonblokken en geven dus nog geen exacte
aanwijzingen maar een globale aanduiding voor de locatie van nesten. M
5. 'Bangers' wijzen de weg
G edetailleerde aanwijzingen voor nestplekken worden gegeven door de met veel kabaal rondgierende "bangers" ("op de deur kloppers"; nestzoekende niet-broeders zoals dakloos geraakte volwassen vogels en 1e/2e jaars die voor het eerst een nest zoeken) die bij de kolonies actief zijn. Dat gebeurt van eind mei tot half juli. Ze vliegen schreeuwend rond de broedpanden, haken aan bij een nestplaats of in de buurt ervan, laten zich vallen en vliegen weer door. Filmpje: Bangers haken aan bij gierzwaluwnesten in spreeuwenpotten in Leuven (B), Vaak gaat er ook een groepje van twee of drie vogels, vlak achter elkaar aan vliegend, op zo'n broedplaats af en scheert vlak langs de ingang. Na een paar keer langsvliegen gaat er eentje (de broedvogel) naar binnen en de rest vliegt door. "Giervluchten" noemen we deze vaak spectaculaire capriolen. Filmpje van giervluchten.
Soms ook daalt een enkele vogel plotseling uit een hoger vliegende groep naar beneden en gaat razendsnel richting nestingang. Als die naar binnen schiet en binnen blijft is het bijna zeker een broedvogel met een nest. Filmpje van invlieger onder nokvorst. (na 50 sec)
Kies in de buurt van giervluchten een strategische positie met uitzicht op zo veel mogelijk dakranden, dakgoten , nokken en gevels waar mogelijk nesten zitten. (straathoeken zijn kansrijk). Er komt een moment dat vogels aparte bewegingen maken en aanstalten maken om ergens in te vliegen.
Giervluchten verplaatsen zich. Als de deelnemers een bepaald woonblok of huis hebben bezocht zijn ze soms zomaar verdwenen. Ze zijn dan naar een andere kolonie (huis, wijk of dorp) om daar hetzelfde te doen. Zo worden alle bekende broedplaatsen in een dorp of wijk afgezocht/gecontroleerd. Ook worden giervluchten afgewisseld met veel hogere 'verzamelvluchten''. Ze zweven dan enige tijd vrij rustig, in nog grotere groepen boven een kolonie.
'Bangers' op kraamvisitie? Op 1 augustus 2022 vertelde Remco Daalder (auteur van het boek "De Gierzwaluw") bij Vroege Vogels radio o.a. over de activiteiten van die luidruchtige nestzoekende pubers bij gierzwaluwnesten. Iemand noemde het vorige week op de fenolijn "kraamvisites" en vroeg om waarnemingen van anderen. Zie filmpje met 'bangende' gierzwaluwen bij de kolonie in de klaagmuur van Jeruzalem. Op de rest van de teksten van Remco kwam op het gierzwaluwforum nogal wat commentaar. Hier het item, vanaf 2 uur en 8 min.: Vroege Vogels 31-7-2022 over gierzwaluwen. En hier commentaren op gierzwaluwforum - Google Groups . Zie ook: bericht op OOG.TV , 31 - 7 - 2022.
6. Invliegers spotten
Nu is het de kunst om broedvogels te vinden die het nest ingaan om jongen te voeren. Ga bij mooi weer op pad, droog, liefst plus 20 graden, niet te veel wind, vanaf half juni en na 21.00 u. Maar als het minder weer is en je vermoedt al nesten in een bepaalde buurt of woonblok, dan kun je het beste wat later gaan, drie kwartier / een half uur voor het echt donker is. Er zijn dan geen of heel weinig bangers die nieuwe nestplekken kunnen aanwijzen maar de broedvogels die er wel zijn gaan op enig moment naar binnen voor het doorbrengen van de nacht op het nest. En vlak voor donker gaan ze vaak nog even snel op en neer om een paar insecten bij de jongen af te leveren of wat mee te vliegen met andere groepjes boven de kolonie.
Als je de invlieger hebt zien binnengaan kun je de ingang nog een tijdje in de gaten houden want, als er gebroed wordt, zal binnen vijf minuten de afgeloste vogel naar buiten komen. Tot ca. een week na het uitkomen van de jongen zit er constant een vogel op het nest die om de 2-3 uur wordt afgelost. Dan weet je ook hoe het uitvliegen gaat en heb je een tamelijk hard bewijs van een bezet nest dat als broedgeval kan worden aangemerkt (zie verderop voor nader bewijs)
Nestingangen worden bijna altijd van schuin van onderen aangevlogen. Dat is (omgekeerd) ook ongeveer de baan van de uitvliegende jongen. Die laten zich naar beneden vallen en winnen dan geleidelijk hoogte maar direct horizontaal uitvliegen kunnen ze ook (als het nodig is).
Vaak lukt het invliegen niet de eerste keer, vooral in het begin van het seizoen, ze moeten de routine nog krijgen, want de route is soms ingewikkeld door nabijheid van woningen of bomen. Soms zie je ze duiken maar vlak bij een gevel of dakrand weer omhoog gaan. Ren er heen om goed zicht te krijgen op de omgeving van de plek waar ze het laagst waren en dan is de kans groot dat je hem of haar bij de tweede of derde poging ergens naar binnen ziet schieten.
7. Uitvliegers
Uitvliegers zijn natuurlijk ook een tamelijk hard bewijs voor een broedplek, maar de trefkans daarvan is veel kleiner en je ziet het meestal alleen bij toeval als je een woonblok in de gaten houdt. Het gebeurt stiekem, zonder begeleiding van soortgenoten. Vanaf de uitgang vliegen ze eerst wat lager en dan een eind laag, rechtuit, vaak op schouderhoogte en winnen dan langzaam hoogte. - Filmpje van het eerste, dalende deel van de vlucht. Het uitvliegen gaat wat "waggelend", alsof ze iets moeten ontwijken. Zie je zo'n vliegpatroon, kijk dan niet waar de vogel heengaat maar in de richting waar ie vandaan kwam. Ga er later nog eens kijken, want voorlopig is daar niet zo veel kans op activiteit. (aflossing om de twee-drie uur tijdens broeden; met grotere jongen en ' s avonds wat vaker in- en uitvliegend). Of volg de bangers ter plaatse als die actief zijn.
8. Zoekperioden
In de middag niet veel kans Van ongeveer 12 tot 20 uur zijn in het hele seizoen bijna alle vogels buiten stad of dorp naar de foerageergebieden, soms erg ver weg. Alleen de broedende vogels komen om de 2-3 uur terug naar het nest om elkaar af te lossen. En later in het seizoen, na 15 juni, steeds regelmatiger om de jongen te voeren. De kans dat je die overdag treft is vrij klein, ook al omdat ze dan meestal solitair vliegen. Maar in grote kolonies zie je zo nu en dan ook overdag wel eens een groepje boven stad, wijk of dorp vliegen. Bij slecht weer, kou en/of regen, zoeken de nestzoekers ("bangers") betere oorden op en blijven soms dagen weg. Maar zodra het opknapt zijn ze terug. De broedvogels komen ook bij slecht weer in ieder geval elke nacht terug op het nest. Als het erg hard regent blijven ze ook overdag op het nest.
De beste tijden om nesten te zoeken (op basis van ' bangergedrag' en invliegers) zijn 's avonds van 20 - 22.30 u. (maar ook wel ' s morgens vroeg van 6-9) op dagen met mooi weer, na ongeveer 15 juni. Dan is het boven de kolonie erg druk met broedvogels en nestzoekers.
Hieronder staat het resultaat van invliegtellingen in een nestkast met drie jongen in 2020 in Herrenberg, Duitsland, 40 km onder Stuttgart. Er is geteld door het bekijken van de beelden van een interne camera die alles opslaat en werd aangestuurd door een sensor die registreert als een vogel naar binnen komt. Duidelijk is dat de trefkans niet erg groot is, ook niet in de drukste tijd als de jongen al wat groter zijn. Ook dan komt er gemiddeld maar elk half uur een oudervogel binnen. En als je pech hebt niet een in een uur. Maar je kunt het ook erg treffen met twee in de eerste 10 minuten.
Aantal invliegers per uur
De aantallen werden opgegeven per dag maar heb ik omgerekend naar invliegers per uur, op basis van een variërend aantal van 15 - 17 vlieguren per dag tussen zonsopkomst en zonsondergang. Het is overigens een relatief laat broedsel. Gemiddeld komt het derde ei ongeveer op 10 juni uit en vliegt het laatste jong op 21 juli uit. De eieren zijn laat gelegd. Mogelijk was er een indringer want op 21 mei werd een 1e ei uit het nest gewerkt. Onderzoek gedaan door Wolfgang Zwick op wolfgang.zwick@web.de Invliegen betekent overigens lang niet altijd hetzelfde als voedsel voor jongen bezorgen, ook niet in de jongenperiode. In Italië, Rome en UK, Oxford werd vastgesteld dat 8 resp. 25% van de nestbezoeken tijdens de jongenperiode geen voedseloverdracht betrof.
Eind april - half mei Eigenlijk kun je al vanaf eind april gaan zoeken. Rond 15 april arriveren namelijk de allereerste broedvogels maar de hoofdmacht komt in de 1e/2e week van mei. Van al deze vogels weet je zeker dat ze 's avonds voor donker "op stok" gaan op hun nest van vorig jaar (als dat er nog is). Ergens zullen ze dus 's avonds uiterlijk voor donker invliegen en je hoeft ze "alleen maar" te volgen. Beide broedvogels "slapen" altijd, iedere nacht op het nest, van aankomst tot vertrek eind juli. 's Avonds vliegen ze meestal enige tijd boven de wijk en zo nu en plotseling dijkt hij/zij naar beneden. Als je ze volgt kun je ze zien invliegen.
Eind mei - half juni Vanaf half mei tot half juni wordt de kans op succes geleidelijk groter omdat dan ook de niet-broedvogels, de nestzoekers ("bangers" genoemd) aankomen. De broedvogels hebben dan eieren en worden om de 2-3 uur met broeden afgelost. De nestzoekers geven belangrijke aanwijzingen voor de locatie van nesten. Ze vliegen 's morgens vroeg en vooral 's avonds rond in de buurt van de broedplaatsen. Ze kennen die allemaal (ze zien de oudervogels invliegen) en inspecteren de bezetting een voor een door er in de buurt rond te vliegen, langs dakranden en vlak langs de ingangen te scheuren, onder de nestingang aan te haken, naar binnen te kijken of zelfs naar binnen te gaan. Als een broedvogel op het nest zit (te broeden) schreeuwt die terug dat de plek bezet is. Meestal druipen de bangers dan af, maar soms proberen ze een bestaande broedplaats in te pikken door in een gevecht een broedvogel te verjagen.
Bijzonder filmpje Een gierzwaluw met geo-locator komt (vertraagd) terug op 22 mei 2016 en ziet dat zijn/haar echtgenoot een nieuwe partner heeft gevonden en al twee eitjes heeft. Hij/zij verjaagt in een 3 uur durend gevecht de nieuwkomer. Twintig minuten na einde gevecht worden de 2 eitjes gedumpt en wordt er opnieuw gebroed. Filmpje van binnenkomst vogel met geo-locator (de geo-locator op de rug is na 45 sec te zien).
Aanhakende 'banger'.
Soms zijn bangers "door het dolle heen" en klappen achter elkaar op verschillende plekken op een dakpan, tegen een muur of op een nestkast, meestal in de buurt van een nest maar soms ook ver daarvandaan. Dat zijn dan dus niet allemaal bezette nesten.
Zoekvogels zonder nest vertrekken bij de schemer naar grote hoogte. Je ziet ze soms, als je geluk hebt, in een geconcentreerde groep steeds hoger vliegen en in de richting van de zonsondergang verdwijnen. Ze verzamelen zich voor de nacht o.a. boven het IJsselmeer meer hierover bij nacht- en klimvliegen). Zolang ze geen nestplek hebben gevonden vliegen ze dus dag en nacht door. ' s Morgens rond 6 uur komen ze terug naar steeds dezelfde kolonie waar ze verder gaan met het zoeken naar een nestplek.
Half juni - half juli Verreweg de meeste kans op succes is er 's avonds, op mooie zomerdagen tussen 15 juni en 15 juli. De meeste jongen zijn dan geboren, beide ouders zijn op pad voor voedsel en vliegen steeds regelmatiger in om de jongen te voeren. Vooral bij mooi weer blijven ze ' s avonds boven de broedkolonie omdat er dan voldoende voedsel dichtbij te vinden is. Zelfs vlak voor donker vliegen ze nog uit om in een minuut of 5 - 10 nog een paar nachtvlinders op te pikken. De jongen worden 42 dagen op het nest gevoerd. Invliegen gebeurt tot 22.30 - 23.00, afhankelijk van bewolking en maanstand (ze moeten wel de opening kunnen zien).Nestzoekers vliegen ' s avonds ook langs de broedplaatsen en zijn druk met inspecties, paarvorming, giervluchten, aanhaken en schreeuwpartijen (Engels: "screaming partys")
Na 10 juli Vanaf begin juli beginnen de (aller)eerste jongen uit te vliegen. Die vertrekken dan naar Zuid-Afrika en de ouders volgen vrij snel of een paar dagen later. De laatste uitvliegers vertrekken half augustus en een enkele hele late aan het eind van de maand. De kans op het betrappen van invliegers wordt na 15 juli steeds wat kleiner. Ook de nestzoekers worden minder actief en vertrekken soms vrij plotseling (bij slecht weer). In de eerste week van augustus vertrekken de bangers, ook bij goed weer. Controle van bekende nesten op bezetting is na 10 juli dus niet meer afdoende mogelijk want het kan zijn dat er wel gebroed is maar dat de vogels al vertrokken zijn.
9. Andere aanwijzingen
Katten Let op katten in de dakgoot en langs dakranden of zelfs op het dak. Ze plukken in- en uitvliegende vogels uit de lucht en (uitvliegende) jongen uit het nest / de nestopening. Zie: http://waarneming.nl/waarneming/view/77388918 .
Buurtbewoners Omwonenden hebben belangrijke informatie dus probeer daar contact mee te krijgen. Als je nestkasten ziet hangen, bel even aan en vraag naar de bezetting en bel ook aan als je een nest hebt gevonden. Als je ze informeert zijn velen gemotiveerd om ook op te letten en bij een volgende ronde kunnen ze je dan de plaats van andere nesten aanwijzen. Neem een folder mee (zie onderaan) om uit te delen. Spreek passanten eventueel aan met vragen of vertel gelijk wat je aan het doen bent als ze je vragend nakijken. Draag een ("gevaren")hesje, dan wordt je vaker aangesproken en is er meer begrip. Wordt met opschrift "Gierzwaluwbescherming" geleverd door GBN.
Als je van plan bent om alle broedplaatsen te vinden zul je hier en daar moeten aanbellen om de achterkant van panden te kunnen bekijken. In Noordwijk-binnen had men daar prima ervaringen mee, bijna iedereen laat je binnen.
Soorten broedplaats en kenmerken Let vooral op daken en gevels die op noordelijke richtingen zijn gericht. Die hebben vanwege de temperatuur vaak de voorkeur maar op zuid kan ook als er beschutting is van overstekken of veel ventilatie ("slechte" daken). De nesten/ingangen zitten meestal hoog langs nok en kepers van pannendaken, onder het lood van uitlaten en schoorstenen of bij de hoeken van dakramen, dakgoten en dakkapellen. Niet zo vaak midden op een dakvlak. Dat kan vaak alleen als er een pan scheef ligt of als er een hoekje uit is. Maar dat geeft lekkage en is meestal snel hersteld.
Ideaal pand voor giertjes, maar dit soort situaties duurt meestal niet lang.
Uiteraard heb je veel kans bij verwaarloosde daken (schuren) en pannen met veel openingen (holle, oud-hollandse). Boeidelen en daklijsten langs platte daken zijn populair en verder kantpannen en nokpannen op kopgevels. In Maarssen zit 70% achter kantpannen, zie Gierzwaluwen Maarssen. Maar in Woudsend zit 95 % achter pannendaken langs nok, kepers en windveren. Er zijn ook lokale specialisaties, zoals gaatjes naast de uitgang van regenpijpen, steigergaten in kerken en grote gebouwen, ventilatiegaten in muren of in dakgootbetimmeringen en voorts in allerlei andere vrij hoog gelegen gaten, spleten en kieren van gebouwen.
Achter dakgoot Er wordt ook wel gebroed op een buitenmuur met de ingang door de spleet tussen dakgoot en muur die van onderen wordt aangevlogen. Dat kan dus alleen bij hoge muren met vrij hoog gelegen dakgoten.
In bomen alleen in buitenland In Scandinavië, Tsjechië en Schotland wordt wel gebroed in boomholtes en spechtennesten en in Spanje in palmbomen, zie filmpje van palmboomkolonie. In Nederland is ooit een nest in een den gevonden. Meer bij boomnesten.
10. Aanwijzingen voor bezet nest
Om een nestplaats als "bezet" aan te kunnen merken moet er minimaal een invliegende vogel gezien zijn die helemaal verdwijnt en minstens een minuut binnen blijft. Maar ook dan is er nog een kans dat het om een "banger" gaat die een potentiële / onbezette / nieuwe broedplek verkent. Maar een banger kan een broedvogel worden dus houdt die plek in de gaten bij volgende rondgangen.
Vogels die alleen aanhaken en weer wegvliegen ("aantikken' of 'bouncen') tellen niet als bezet nest. Dat zijn "verkennende beschietingen" van zoekende niet-broeders. Maar de kans is wel groot dat er bij de "aantikplek" of in de directe omgeving een nest zit. In waarneming.nl kan het dan als "nestindicerend gedrag" worden gecodeerd. Als er geschreeuw / gepiep (van bewakende ouders / jongen) uit de plaats van een aanhakende banger wordt gehoord is het voldoende aanwijzing voor de code "bezet nest".
Zoekvogels (jonge 1e en 2e jaars en daklozen) die in de loop van het seizoen een nestplek (en een maatje) vinden, bezetten het nest, brengen er de nacht door en broeden pas in het tweede jaar. Alleen als er vroeg in het seizoen (voor ca. eind mei) al een maatje is gestrikt kan soms nog in hetzelfde jaar gebroed worden.
Als voor het eerst op een plek invliegers worden gezien is dat dus nog lang niet altijd bewijs voor een broedgeval en zelfs niet voor een bezet nest. Als er al eerder (of in een eerder jaar) invliegers op die plek zijn gezien is dat natuurlijk wel erg waarschijnlijk.
11. Broedgevalbewijs
Uit het vlieggedrag kan vaak al aardig wat opgemaakt worden over het bezettingsstadium van broedplaatsen (zie punt 7 hierboven). Een broedgeval (minimaal een ei gelegd) echt bewijzen is lastiger.
1. Volle keelzak Als er jongen zijn, zijn er ook ouders die voeren. Dat doen ze met een volle keelzak met voer, zie foto. Niet elke 5-10 minuten zoals de huis- en boerenzwaluwen maar om de 2-3 uur, ' s avonds wat vaker. Soms is die keelzak met het blote oog te zien. Met camera gericht op de nestingang en op het juiste moment op de repeteerknop drukken levert bewijsfoto's voor "bezet nest met jongen" in waarneming.nl.
2. Jongen in de nest(kast)opening Jongen in de kastopening (wat meer wit op keel en wit op voorhoofd) zijn keihard bewijs voor een succesvol broedgeval. Dat doen ze regelmatig in de laatste 10 dagen voor het uitvliegen. Maar het is niet vaak te zien, meer kans tijdens een hittegolf ! Het kost soms wat tijd om die laatste week te pakken te krijgen, vooral als het een laat broedsel is, maar in de weken 2 - 4 van juli vliegt de hoofdmacht uit. Filmpje met jong op punt van uitvliegen.
3. Broedvogels op het nest die schreeuwend reageren op aanhakende of langsvliegende 'bangers'. Dat doen ze vooral 's morgens vroeg tot een uur of 10 en in de avond als de bangers actief zijn. Wel lastig en eigenlijk ondoenlijk om de exacte kast te bepalen als er meerdere kasten dicht bij elkaar hangen (en bij tillen b.v.) want je gehoor moet dan wel erg goed de bronrichting kunnen bepalen.
4. Dezelfde reacties van broedvogels/grotere jongen kun je uitlokken door met je mobiel gierzwaluwgeluid te laten horen.
5. P oepjes onder het nest, op straat of vlak onder de nestingang. Meestal zijn er wel pakketjes (cilindervorming, 2 cm.) te onderscheiden, deels zwart, deels wit. Maar soms is het ook wel vloeibaar. (Dikke) poepstrepen onder de nestopening zijn meestal van een spreeuw. Die laten ook veel meer achter onder de nestingang. Aan veel troep zoals takken en slierten gras of touw die uit de opening hangen, is ook de spreeuw of de huismus te herkennen. Als die wat grotere jongen hebben hoef je niet lang te wachten op invliegende vogels.
Het nest en de poepjesmethode Als er toegang is tot het nest (meestal wel bij nestkasten) is de 'poepjesmethode' een goede. Als er jongen zijn uitgevlogen blijven er altijd poepjes achter, minimaal een paar en vaak heel veel. Na het seizoen, eind augustus, als er bijna zeker geen jongen meer zijn, de kast openen en kijken of er poepjes (zwart-witte pakketjes, soms plat) zijn achtergebleven. Geen poepjes, geen jongen. Als er ook een duidelijk gebouwd nest aanwezig is (rond, diameter ca. 8 cm, stevige, harde rand gemetseld met kleurloos speeksel, meestal met veel veertjes, maar soms onduidelijker) is het bewijs nog wat harder. Maar er is niet altijd een goed herkenbaar typisch gierzwaluwnest aanwezig. Er wordt ook vaak genesteld op materiaal van huismus of spreeuw, maar een kuiltje is meestal wel herkenbaar. Het aantal poepjes hangt o.a. af van het model en de grootte van de kast. Jongen poepen vaak uit het kastgat als dat dichtbij het nest zit, ouders eten veel poepjes op maar kunnen op het laatste niet alles meer verwerken.
Camerabewaking C amerabewaking levert natuurlijk het ultieme bewijs voor (succesvol) broeden. Er zijn erg nauwkeurige gegevens mee te verzamelen. Zo blijkt b.v. de datum van eerste eileg een week vroeger te zijn dan volgens de Sovon-gegevens (welke deels door nestkastopening tijdens seizoen worden verkregen), zie: datum 1e eileg volgens camerabewaking en Sovon. Hier meer over camerabewaking.
12. Bekende nesten controleren
Als je wilt controleren of bekende nesten van eerder jaren opnieuw bezet zijn, of lege kasten opnieuw op bezetting wilt controleren, kun je vijf methoden toepassen.
Wachten op invliegers De grootste trefkans heb je 's avonds bij warm en droog weer tussen 15 juni en 15 juli van 21.00 tot 22.30 als ze jongen voeren en invliegen om de nacht op het nest door te brengen. Als je er twee binnen ziet gaan en binnen blijven is er minimaal een bezettend, slapend paartje en mogelijk ook een broedgeval. Maar ook overdag kun je in- en uitvliegers treffen, vooral als de jongen al wat groter zijn, begin juli.
De trefkans op invliegers is in de kolonie in het viaduct bij het Duitse Siegen uitgebreid onderzocht en is hier te lezen. ("A standard observation protocol for potential common swift, Apus apus nest sites derived from geolocator light data").Uit dit onderzoek: gemiddeld over het hele broedseizoen komt elke vogel 5,6 keer per dag het nest in, dus totaal 11,2 keer per dag voor beide ouders, omgerekend 0,6 keer per uur oftewel 1x per 1,7 uur. De maximale frequentie van 2x per uur (rode lijn) voor beide ouders ligt bij het voeren van jongen, in de avond rond 21.30, rond zonsondergang (SS). In de (na)middag, 14 - 19 u. wordt er het minst ingevlogen.
Het vaakst komen ze begin juli binnen, vaker bij warm weer en minder vaak bij kou, regen of wind en ook vaker 's morgens vroeg, rond het middaguur en in de avond na zonsondergang.
Luisteren naar schreeuwen van bewoners Wachten op bangers die schreeuwend langs de nestingang vliegen en luisteren naar het terugschreeuwen van de "rechthebbende bewoners" . Na 15 juni als er jongen zijn het meest effectief, ook ' s morgens toe te passen. Van 6-10 uur blijft er meestal een ouder op het nest om dat te bewaken tegen bangers, ook als er al wat oudere jongen zijn.
Geluiden afspelen Als de nestplek niet te ver weg is kun je vanaf het moment dat ze gaan broeden srie-srie-geluiden van soortgenoten afspelen. Als er minstens een ouder aanwezig is (tot ca. een week na het uitkomen van de jongen de hele dag en daarna ook 's morgens vroeg en 's avonds) kunnen de oudervogels terugschreeuwen. Oudere jongen kunnen ook reageren. Maar bedenk wel dat het geluid ook van langsvliegende vogels in de buurt kan zijn. Dus niet zo zinvol als er 's morgens of ' s avonds flink "gebangd" wordt. Bij meerdere kasten dicht op elkaar is meestal niet uit te maken uit welke kast het geluid dan komt. Voor mensen wat een minder gehoor en voor wie de richting van geluid lastig is te bepalen niet zo geschikt. Meer over deze methode hierboven paragraaf 3.
Jonkies in de uitgang Met een verrekijker kun je naar de uitgang kijken of er jonkies voor de opening zitten (herkenbaar aan meer wit op keel en voorhoofd). Maar dat doen ze niet zo vaak en pas een week of twee voordat ze uitvliegen, vanaf eind juni.
Kliksteentje Als de ingang van het nest makkelijk bereikbaar is en een handige "drempel" heeft (zoals b.v. een nestkast of een spleet in een muur) kun je een steentje in de opening leggen. Als die later verdwenen blijkt mag je aannemen dat een gierzwaluw het heeft weggeduwd (of een concurrerende spreeuw?). Als het steentje langer dan twee dagen blijft liggen mag je aannemen dat het nest niet (meer) bezet is want broedvogels komen voor elke nacht terug op het nest. Ook toe te passen om te bepalen wanneer de jongen uitgevlogen zijn en er met renovatie of sloop kan worden begonnen.
13. Gevonden nesten beschermen
Als je een bijdrage wilt leveren aan de bescherming van de nesten is de klus nog niet klaar. Noteer het adres van de nestplaats met een precieze aanduiding van de exacte plek (links of rechts van ...., 4e pan van boven etc.), staande met het gezicht naar de voordeur. Meld de nestadressen bij de bewoners (want die weten het vaak niet), bezorg ze bij de gemeente (want die weet ook niet waar ze zitten), voer ze in op http://waarneming.nl/create , en waarschuw de politie als er illegaal gerenoveerd wordt.
Zie hier wat overwegingen over het belang van nesten zoeken: helpt nesten zoeken bij bescherming?
Codes bij "activiteit" voor waarneming.nl - Invlieger die binnen blijft en uitvlieger: "bezet nest". - groepjes schreeuwend vlak langs dakranden (giervluchten) en aanhakende "bangers": "nestindicerend gedrag".- groepjes (vrij) hoog boven een wijk cirkelend, maar in de buurt blijvend: "ter plaatse" of "foeragerend" en bij opmerkingen: "hoge verzamelvlucht". - groepjes in een duidelijke richting (vrij hoog) verder vliegend, ook als dat wat cirkelend, langzaam gaat: "overvliegend", eventueel met richting. - Witte voedselbol in keel zichtbaar bij invliegen: "bezet nest met jongen" - Invliegende vogel met veertjes of ander nestmateriaal in de bek: "nestbouw" - Jonkies in de nestingang: "bezet nest met jongen" - Poepjes (meestal zwart-wit gekleurde ovale pakketjes) onder nest op straat: "Bezet nest met jongen".
De gegevens komen in de nationale databank NDFF die ook gebruikt wordt door ecologen, vergunningverleners en bouwers. Alle waarnemingen op waarneming.nl zijn voor iedereen zichtbaar, zie b.v. Alle waarnemingen gierzwaluw met code "bezet nest" in 2023. Je kunt ook een kaartje maken met de locaties van de nesten, zie b.v. kaart nestadressen Maarssen-dorp 2016-2019 (inzoombaar).
De Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF), met meer dan 150 miljoen natuurwaarnemingen, is ook voor de gierzwaluw van groot belang. De databank wordt vooral op abonnementsbasis geraadpleegd door profs (ecologen, gemeenten, provincies) bij de opstelling van natuurplannen en b.v. ontheffingen voor verbodsbepalingen van de Wet natuurbeheer. De bedoeling is nu dat de meeste gegevens in de toekomst voor iedereen opvraagbaar worden. Daartoe is de databank per 1 november 2021 ondergebracht bij BIJ12, de uitvoeringsorganisatie van de twaalf samenwerkende provincies. De techniek erachter wordt vernieuwd en de nieuwe databank wordt eind 2023 operationeel. Overigens kan iedereen met een niet commercieel doel (bijvoorbeeld voor onderwijs, onderzoek, journalistiek of maatschappelijk doel) ook nu al een aanvraag doen voor data uit de NDFF. In de meeste gevallen kan dat kosteloos worden geleverd. Aanvragen kun je doen bij het serviceteam NDFF. - Verhuisbericht 9-11-2021 van BIJ12 .
Bewoners Bedenk dat erg veel (zo niet de meeste) nesten verloren gaan door kleine ingrepen die niet vergunningplichtig zijn (reparaties, dak vernieuwen, isolatie, dakkapel plaatsen). Informeren van de bewoners is dus erg belangrijk. Misschien kun je deze info-folder (.pdf) na wat aanpassingen gebruiken om in de brievenbus te doen.Maar aanbellen is beter. Ik deed vele honderden flyers in de bus (Woudsend, Maarssen, Utrecht) maar kreeg maar een paar reacties en weet niet wat het effect was.
Veel plezier met je speurtochten!
Kanttekeningen bij het nut van nesten zoeken Hanne Tersmette van Vogelbescherming roept in een gesprek op NPORadio1 en met de oproep van Vogelbescherming in Nature Today sinds 2021 op om nesten te gaan zoeken en deze te melden op waarneming.nl . Dat zou kunnen helpen om ze te beschermen. Maar de verwachtingen daarvoor worden vaak te hoog ingeschat.
Nestkom gierzwaluw op een oud mussennest met een ei dat verloren gaat.
Vooral bij (kleinere) particuliere projecten (woningen maar ook andere gebouwen) zijn locaties van nesten meestal niet bekend en wordt er geen onderzoek naar gedaan bij voorgenomen werkzaamheden. Waarneming.nl wordt niet geraadpleegd. Dan gaan ze door de renovatie of sloop ongecompenseerd verloren. Vernielen van nesten is verboden maar er is geen renoveerder of sloper die met de klus stopt als er onverwacht nesten blijken te zitten. Alleen als dat afgedwongen wordt door iemand die de politie of een handhaver van de Wet natuurbesherming inschakelt. Voor heel veel klussen is geen vergunning nodig, dus gemeente en provincie weten nergens van om te kunnen handhaven. En als er wel een vergunning nodig is wordt op het aanvraagformulier gewoon ingevuld "geen ecologische bezwaren". De gemeente controleert dat meestal niet.
(Inmiddels hebben provincies, m.n. Utrecht en Overijssel, een werkwijze ontwikkeld voor particuliere eigenaren om op een simpeler manier te kunnen renoveren en toch te voldoen aan de vereisten van de Wet natuurbescherming, zie Het Pre-SMP van Utrecht en Overijssel, maar het is al zeer twijfelachtig of dit systeem wel werkt).
Bij grotere renovatie- en sloopprojecten wordt b.v. door woningcorporaties en bouwbedrijven (meestal) wel vooraf onderzoek gedaan naar nestelende vogels. Dat vereist de wet namelijk. De dienstdoende ecoloog gaat zelf zoeken maar raadpleegt dan ook waarneming.nl en zal de gemelde nesten dan tegenkomen en maatregelen kunnen opnemen ter bescherming / vervanging. Op die manier kan nesten zoeken en melden dus helpen om te verzekeren dat er rekening mee wordt gehouden. Een goede ecoloog zal de nesten ook zonder waarneming.nl wel vinden maar soms is de te besteden tijd tekort om alles te vinden.
Verder kan het melden van de nesten misschien helpen bij particuliere woningen als de vondst ook bij de bewoner wordt gemeld. Vaak weet die niet van de broedsels en kan dan t.z.t. bij werkzaamheden het nest proberen te behouden of een vervangende kast ophangen. Maar dat vereist wel kennis van zaken en niet iedereen zal de moeite nemen en sommigen worden dan zelfs gestimuleerd om ze verborgen te houden.
Bedenk verder dat heel veel nesten ( de helft?) nooit gevonden kunnen worden omdat de ingangen vanaf de openbare weg niet zichtbaar zijn.
Kortom, een goedbedoelde oproep van Vogelbescherming (en leuk werk voor de zoekers die er ook nog wat van opsteken) maar de gierzwaluw zal er niet zoveel baat bij hebben. Voorbeeld: na zes jaar elk jaar heel veel uurtjes nesten zoeken in Utrecht vond ik pas in 2022 het eerste bewijs van een gered nest, zie de melding op waarneming.nl - Lombok. Tenminste, dat dacht ik eerst. Maar bij nader beschouwing bleek de ingang veel te groot te zijn gemaakt. Dat vinden gierzwaluwen niet leuk vanwege kans op predatie en teveel licht op de broedplaats en het is dus zeer de vraag of het nest benut blijft.
Hoe dan ? Standaard en verplicht neststenen in alle nieuwbouw en bij renovatie op geschikte locaties moet het worden. Zie motie Tweede Kamer en het manifest van bouw- en natuurclubs voor een ' Natuurstandaard". Makkelijk, kost bijna niets en mijlen beter dan het bewerkelijke gedoe met 'compenserende' nestkasten op foute plekken die nooit bezet raken (9,4% bezetting van 1.350 Utrechtse nestkasten in 2022).
Resultaten De gevonden nesten (invliegopeningen) kunnen op deze pagina gemeld worden. Wel eerst even een account aanmaken. Zie ook tips en trucs voor nesten zoeken. In 2021 zijn er ca. 830 nesten gemeld (per 8 augustus), waaronder 80 van mijzelf in Utrecht (vnl. in nestkasten) en 200 totaal in de stad Utrecht. Zie alle waarnemingen met code "bezet nest" op waarneming.nl. In 2020 (zonder oproep van VB) waren het er totaal ca. 550. In 2023 werden bijna 850 nesten gemeld. Ruim 35 % daarvan was van slechts twee personen die intensief zochten in Hattem en Utrecht. Er zijn niet zoveel vrijwillige nestenzoekers in Nederland.
Aad van Uffelen nam de uitdaging serieus op, fietste 400 kilometer door elf dorpen in het Westland en vond 73 nesten, zie zijn verslag bij KNNV- Delfland . Volgend jaar wil hij met meer mensen verder zoeken want er zijn natuurlijk nog veel meer nesten. Dat lukte met zeven man/vrouw en er werden toen 128 nesten gevonden, zie bericht november 2022.
Minstens de helft van de meldingen noemt helaas geen adres van het nest zodat je maar moet hopen dat de locatiepijl op de goede plaats staat. Vaak (de meesten voeren in via de app op het mobieltje) staat de pijl elders, op de plaats van de waarnemer, aan de andere kant van de straat van waar het nest zit of op de plaats waar de melding werd bewaard. Een aanduiding van de exacte plek in het pand ontbreekt ook vaak (dak, dakgoot, links, rechts, etc). Bij meer dan de helft wordt niet vermeld wat er gezien is. In- / uitvliegers (is nest) of langsvliegers / aanklampers / giervlucht (is geen of misschien een nest, in de buurt) ? Vaak wordt vergeten om "bezet nest" te coderen of er wordt een andere code genoteerd, zoals "waarschijnlijke nestplaats" of "nestindicerend gedrag", zodat ze niet teruggevonden worden als Vogelbescherming of een andere belangstellende daarop niet selecteert.
Alleen een invliegende gierzwaluw (of een uitvlieger, maar dat zie je bijna nooit), roepende vogels of piepende jongen uit een "verdachte broedplaats" tellen als bezet nest. Uit de nestopening kijkende jongen (met meer wit op de keel en voorhoofd dan ouders) telt uiteraard ook maar die tref je eigenlijk ook nooit. Langsvliegende of aanklampende ' bangers' (nestzoekers) tellen niet ! Maar het is wel goed om die toch te melden, als "nestindicerend gedrag", evenals langsscherende giervluchten op dakhoogte, zodat de raadplegers van waarneming.nl toch geattendeerd worden op de mogelijkheid van nesten in de buurt.
Broedplaatsonderzoek / tellingen
- Ontwikkeling broedvogelbestand, Nederland en buitenland - Bezetting 2.016 nestkasten in Utrecht, 2018-2023 - Lijst met 45+ landelijke, regionale en lokale gierzwaluwtellingen
++++++++++
Jaap Langenbach 06 - 3849 7474 Willemstraat 38, 3511 RK Utrecht
|