Gierzwaluwnieuws 2023 Nieuws andere jaren 2022 2021 2020 2019 2018 2017 2016 2015 2014 2013
"Apus apus", "bijna klaar". Twee jonkies, nestkasten achter dakbeschot, Woudsend, 28 juli 2015.
Overige gierzwaluwpagina's
Contact: JaapLangenbach@ziggo.nl Willemstraat 38, 3511 RK, Utrecht, 06 -3849 7474.
|
Pre-SMP in Utrecht voor na-isoleren van particuliere woningen
30 januari 2023 Er gebeuren vooral bij de na-isolatie van particuliere woningen al geruime tijd veel ongelukken (dode vleermuizen door spouwmuurisolatie, jonge gierzwaluwen op straat en hun nesten in de container). Vleermuisonderzoekers (Sevon) stellen zelfs dat de populatie van sommige soorten daardoor achteruitgaat! "De isolatiebranche heeft tien, vijftien jaar als cowboys tekeer kunnen gaan en is daar nooit voor gepakt. Eigenlijk zouden alle uitvoeringsdiensten het ene na het andere isolatiebedrijf moeten aanklagen", zegt Sevon in een bericht 25-1-2023 op NU.nl ..De provincie Utrecht (als eerste provincie) heeft daarom vorig jaar regelgeving ontwikkeld in een poging het verantwoord isoleren van particuliere huizen te bevorderen tijdens een maximaal twee jaar durende "pre-SMP-periode". Ook andere provincies tonen belangstelling voor deze aanpak. Overijssel maakt dit jaar een start.
Het Pre-SMP van Utrecht is een gebiedsgerichte ontheffing van verbodsbepalingen in de Wet Natuurbeheer (Wnb) voor particuliere grondgebonden woningen met een energielabel C t/m G en gebouwd voor 1992. De voorschriften betreffen de isolatie van spouw, binnen- en buitenmuren, borstwering en dak en het plaatsen van zonnepanelen. Het loopt vooruit op een door de gemeente op te starten volwaardig SMP (soortenmanagementplan) en heeft een looptijd van maximaal 2 jaar. Voor een SMP is dat meestal 10 jaar.
Het Pre-SMP is vooral bedoeld om sneller (SMP-ontwikkeling duurt minstens twee jaar) de voor klimaatdoelen broodnodige tempoverhoging van isolatie van particuliere woningen te kunnen realiseren en toch ook meer bescherming te bieden aan vleermuissoorten, huismus en gierzwaluw. Na-isolatie bij particulieren gebeurt nu vaak "illegaal" (zonder te voldoen aan Wnb-regelgeving). De RUD van Utrecht heeft in het kader van handhaving zelfs een dwangsom opgelegd aan een na-isolatiebedrijf wegens onvoldoende onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen. Even met een endoscoop in de spouw loeren is volstrekt onvoldoende verklaard, ook door de rechter.
Voor het werken volgens een pre-SMP geldt o.a. dat het isolatiebedrijf de "handreiking natuurvriendelijk isoleren" hanteert, en dat de gemeente is gestart met de ontwikkeling van een volwaardig SMP. De particulier wordt gevrijwaard van het doen van (duur) onderzoek en de gemeente financiert een deel van de compenserende voorzieningen, met name grotere kraamverblijven voor vleermuizen. Een van de voorschriften is dat als een dak door isolatie aan de buitenkant niet meer toegankelijk is voor vogels, er op de woning minstens vier nestkasten voor huismus/gierzwaluw (een type dat voor beide soorten geschikt is) "aan de schaduwzijde, en zo veel mogelijk beschut tegen zon en regen" geplaatst moeten worden. (Het is jammer dat er voor de praktische uitvoering niet verwezen wordt naar de voorschriften van het landelijk functionerende Kennisdocument Gierzwaluw. Op deze manier ontstaan er nog meer verwarrende en regionale variaties. Onbegrijpelijk dat het gebruik van gierzwaluwdakpannen expliciet wordt toegestaan om van buiten geïsoleerde daken toegankelijk te maken).
Als de spouw dieper is dan 8 cm en toegankelijk voor vogels, maar na de isolatie niet meer, moeten er twee vogelvoorzieningen per woning geplaatst worden, tenzij de bovenste 10 cm van de spouw vrij van isolatie en toegankelijk blijft. Zonnepanelen op hellende daken mogen alleen buiten het broedseizoen (1 april - 1 augustus) geplaatst worden. (maar flink wat paartjes gierzwaluw hebben in augustus jongen op het nest !). De regels gelden per CBS-buurt waarin tijdens de twee jaar looptijd niet meer dan 30% van de woningen aan de regeling mogen meedoen (anders zouden de populaties teveel schade ondervinden). Zie meer spelregels in "natuurvriendelijk isoleren onder een pre-SMP".
Hier staat een aardig verslagje over de provinciale inspanning "om een werkbare oplossing te vinden die bevredigend is voor de ecologen, de juristen, maar ook voor de isolatiebranche". (Of het ook voor de beoogde diersoorten bevredigend is wordt aangenomen, maar de effectiviteit van veel voorzieningen is op zijn minst onduidelijk en vaak erg laag). Ook de belangenbehartigers van vleermuizen hebben zich er mee bemoeid en hebben een onderzoek opgezet naar de effectiviteit van compenserende voorzieningen .
Zichtbare inbouw neststeen gierzwaluw of huiszwaluw in bestaande bouw. Rivierenbuurt Utrecht. Uitstekend bezet door gierzwaluw: minstens 29 van de 95, zie projecten nr. 55 t/m 64 in kunstnestentabel.
Of de gierzwaluwen er iets mee kunnen valt nog te bezien. Er ligt veel nadruk op de kwantiteit: er komt een overvloed van 25 keer zoveel nestplaatsen als er (theoretisch) nodig zijn maar in welke mate ze benut gaan worden is ongewis. In de gemeente Utrecht zijn de gierzwaluwen op veel plaatsen tot nu toe niet geneigd om nestkasten in gebruik te nemen. De bezetting is minder dan 9%, 123 van de 1.403 stuks in 2022, zie kunstnestbezetting in Utrecht.
- info en links over Pre-SMP in bericht van provincie Utrecht - Particuliere woningisolatie onder pre-SMP, 22-2-2022 - "Handreiking natuurvriendelijk isoleren" van pre-SMP Utrecht
- hier meer over SMP's en andere gierzwaluwbescherming
Woningnood in Dussen
27 januari 2023
Dussen ligt vlakbij de Biesbosch aan de
Bergsche Maas. Ideaal voor gierzwaluwen dus met zo'n groot foerageergebeid naast de deur.
Nestkast onder dakgoot van Gendtstraat.
(Google, 2009)
Daar konden in 2006, door ingrijpen van een
bewonersgroep bij renovatie tijdens het broedseizoen !!, de nesten achter de
kantpannen toch nog gespaard blijven door uitstel van het werk. Bij de
bekende nesten zijn per kopgevel 6 gaten in de afdekplank gemaakt. Ook
werden een vijftal nestkasten opgehangen. In 2007 al werden de eerste nieuwe ingangen
en kasten, in gebruik genomen.
Maar er is nu woningnood;
niet vanwege opnieuw renovatie (de spouwmuurisolatie lukte onlangs ook
zonder de nesten te verstoren) maar door toename
van het aantal vogels. Er vliegen grote zwermen broed- en dus ook zoekvogels
boven het dorp. Zie
filmpje van de van Gendtstraat
met giervluchten, 2022. De vogelgroep o.l.v. Len Bruining heeft een
nieuwe actie op touw gezet en gaat in maart flink wat door leerlingen gemaakte nestkasten
voor mezen en huismussen ophangen. En voor de basisschool de Dussenaar en het
Slovakhuis worden een stuk of 20 kasten voor de gierzwaluw gekocht. Zie ook bericht in
Het Kontact Altena, 23-1-2023.
Ornithologieprijs voor Lyndon Kearsley
24 januari 2023
Lyndon ontving van de universiteit van Antwerpen de
twee-jaarlijkse ornithologieprijs "Prijs Wim Dings" voor zijn werk aan de
klimaat- en weersinvloeden op het trekgedrag van de vale gierzwaluw. Lyndon doet
daarvoor al tien jaar onderzoek aan een kolonie in een grot aan de Portugese
kust onder Lissabon. Zie bericht
De gierzwaluw in Het Vogeljaar
25 januari 2023 Vorig jaar verscheen "Het Laatste Vogeljaar". Het was de 70e en laatste jaargang van tijdschrift Het Vogeljaar in de vorm van een herdenkingsboek met hoogtepunten uit 70 jaar vogelen in Nederland en daarbuiten. Zie KNVV, voor 20 Euro. Ik wilde wel eens weten hoe hierin vooral in de eerste jaren over de gierzwaluw werd bericht.
Het tweede nummer, 1988 nr. 3, met een (jonge) gierzwaluw op de voorpagina. Tekening van Marius Kolvoort.
De jaargangen 5 (1957) t/m 65 (2019) zijn digitaal beschikbaar op natuurtijdschriften.nl . Zoekwoord "gierzwaluw" levert 340 resultaten op. Bijna alle artikelen staan op een aparte .pdf. Maar dan mis je de wat kleinere berichten die samen met anderen op een .pdf staan. En bij heel veel resultaten wordt de gierzwaluw slechts terloops genoemd, w.o. veel bij "veldwaarnemingen". Maar thuis heb ik de jaargangen 9 (1961) t/m 36 (1988) nog in de kast staan. Die ben ik gaan doorbladeren en jaargangen 5 t/m 8 heb ik digitaal doorgesnuffeld. Hieronder de gevonden gierzwaluwartikelen en korte berichten met de link naar de .pdf op natuurtijdschriften.nl . Afgezien van de niet vermelde meldingen in de rubriek "veldwaarnemingen" met wat latertjes en eerstelingen, vond ik t/m 1988 totaal 23 artikelen in de 186 afleveringen (zes per jaargang).
1958-Nestkasten
Het eerste gierzwaluwartikel geeft wat
informatie over de nestkasten van de Zwitserse kolonieonderzoeker Emile Weitnauer.
Die ging o.a. in 1951 met een
vliegtuig achter de gierzwaluwen aan
1960- Kenmerken In een artikel over de fenologie van een aantal vogelsoorten beperkt Jaap Taapken zich m.b.t. de gierzwaluw tot een oproep aan lezers om gegevens te verzamelen, vooral fenologie en kenmerken van de broedplaats. Er zijn formuliertjes beschikbaar om de gegevens te noteren en in te leveren. Het Vogeljaar jr. 6 - nr. 2 - 1960 p. 23-24.
1963-Trekgedrag
1968-Broedvogelbestand In 1967 organiseerde A.F. Ferbeek in Drachten een "inventarisatie van de gierzwaluw". 81 mensen telden in 200 steden en dorpen ! De eerste werd op 21 april gezien. Geen uitleg over de methode maar als resultaat wordt gemeld dat "er in deze plaatsen 4.380 broedvogels en/of eenjarige vogels werden geteld". Men neemt zich voor de tellingen in 1968 en 1969 te herhalen. Kennelijk is er een kink in de kabel genomen want in de volgende jaargangen wordt er niets meer over vernomen. Het Vogeljaar jrg. 16 nr. 2 - 1968 p.520-522.
1968 - Opvang
Berichtje over e
1973 - Mitigatie
1974 - Broedvogelbestand
Voor het eerst staat de gierzwaluw op de voopagina n.a.v.
een flink artikel
In 1980 doet v.d. Weyden een inspirerende oproep aan Amsterdammers om broedplaatsen te zoeken en de gemeente te bestoken als er illegale nestvernieling plaatsvindt. Zie Mededelingenblad VWG Amsterdam 1980-nr. 1 p. 10-14 Hier de actuele Gierzwaluwatlas Amsterdam. En hier nog wat recenter info over Amsterdams broedbestand.
1975 - Nestkasten Pleidooi tegen de aangekondigde proef van de Plantsoendienst met nestkasten in Amsterdam. Is volgens v.d. Weyden te duur (10.000 kasten nodig, kost tonnen), gaan niet lang genoeg mee, kosten onderhoud en behoud van pannen is beter. Het Vogeljaar, jrg. 23 nr. 1 - 1975, p. 33.
1975 - Literatuur Jaap Taapken vermeldt in een klein berichtje de verschijning van de derde druk van de klassieker "Swifts in a Tower" van David Lack. Het Vogeljaar jrg. 23 nr. 3 - 1975 p. 135.
1975 - Nestkasten Hoofd Beplantingen van Amsterdam reageert op de bezwaren tegen nestkasten van van der Weyden en stelt dat deze voldoende duurzaam zijn, vooral ingemetselde stenen, wijst op successen in Duitsland en vindt het een mooie oplossing voor nieuwbouw zonder pannendaken. Het Vogeljaar jrg. 23 nr. 6 - 1976 p. 282
1979 - Mitigatie Sloop van "een der oudste en grootste broedplaatsen" in een KRO-gebouw in Hilversum, voorjaar 1979. In het najaar werden 20 houten nestkasten in de buurt opgehangen, voor de helft door Het Vogeljaar gefinancierd. In 1981 nog geen bezetting. Oproep tot landelijke inventarisatie van broedplaatsen. Het Vogeljaar jrg. 27 nr. 6 -1979 p. 306.
1979 - Predatie Kort berichtje met waarnemingen van jacht van boomvalken op gierzwaluwen in Koudum en Kimswerd. (Fr.). Het Vogeljaar, jrg. 27 nr. 6 -1979 p. 316.
1980 - Mitigatie In Wageningen verdwijnen veel nesten door renovatie van een woonwijk. Werkgroep klaagt over gebrek aan informatie over (en ervaringen met) nestkasten en gaat proef doen met vier verschillende types. Montoring van resultaten. Het Vogeljaar, jrg 28 nr. 1 - 1980 p. 47-48.
1980 - Trek Artikel van 4,5 pagina's over "opvallend late" najaarstrek in september-oktober 1978. Er werden, na oproepen, "maar liefst" 230 waarnemingen verzameld van 15-8 t/m 14-10, waaronder 47 in oktober. Met veel minder waarnemers dan nu zal dat wellicht veel zijn of lijken, maar het aantal van gemiddeld 16 oktoberwaarnemingen in de Avifauna van Nederland, 1970 is de enige aangehaalde bron die daar op wijst. Momenteel zitten er in waarneming.nl 600 - 800 waarnemingen (1x1 km-hokken) in de betreffende periode, met een uitschieter van 1.750 in 2021. Maar 47 in oktober is wel vrij veel. Momenteel met veel meer waarnemers, werden er gemiddeld over 2017 - 2022 op waarneming.nl gemiddelde 54 waarnemingen in oktober gemeld (variërend van 8 - 137). Veel speculaties en pogingen tot onderzoek naar de oorzaken van het "ongewone" verschijnsel". Alleen een slechte zomer met daardoor verlate broedsels wordt als waarschijnlijke verklaring geopperd. De dagelijks sterk variërende aantallen konden niet verklaard worden met variaties in temperatuur, windrichting, regen of onweer. Het Vogeljaar jrg. 28 nr. 2 - 1980 p. 57-61.
198 - Broedvogelbestand Kort verslagje van 13 pagina's verslag over broedvogeltellingen 1977 en 1978 in Apeldoorn e.o. In Apeldoorn werd het aantal broedparen in 1977 geschat op 277. Het Vogeljaar benadrukt met klem de noodzaak van meer inventarisaties waardoor "nog veel broedplaatsen behouden zouden kunnen worden, voordat het te laat is". Het Vogeljaar jrg. 29 nr. 2 - 1981 p. 92. (Apeldoorn doet al enige jaren goed werk met een soortenmanagementplan en al meer dan 900 geplaatste nestkasten, zie Nestkastenplicht Apeldoorn).
1982 - Nestkasten
Jaap Taapken kaart opnieuw de woningnood aan en maakt
melding van nestkastprojecten in
Hij besluit met: "het begin van de acties voor gierzwaluwen is er en wij hopen dat meer werkgroepen zullen gaan inventariseren en nestkasten plaatsen". Het Vogeljaar, jrg 30 nr. 1 -1982 p. 45-46.
1982 - Nestkasten In een nieuwe rubriek "Nieuws van Gierzwaluwprojecten" meldt Jaap Taapken updates van de projecten in Amstelveen, Apeldoorn (50 neststenen geplaatst), Heerenveen (neststenen in uitbreiding raadhuis) en Groningen (info verstrekt aan Stadsvernieuwing, zie ook tijdschrift Grauwe Gors van Avifauna Groningen-1982-nr. 2 p. 27-28). Het Vogeljaar, jrg. 30 nr. 4 - 1982 p. 216.
1983 - Nestkasten
1984 - Literatuur Vermelding van het verschijnen van het boek "Mein Vögel" van Emile Weitnauer over zijn koloniestudie en het Engelse boek "Devil Birds" van Derek Bromhall. Het Vogeljaar jrg 32 nr. 1 - 1984 p. 49.
1985 - Broedvogelbestand Bericht over de activiteiten van de drie jaar eerder door Jan Doevendans opgerichte Gierzwaluwwerkgroep Groningen. Ze plaatsten 10 neststenen in een nieuwbouwwijk en 40 vrijwilligers berekenden op basis van getelde vliegende vogels in 1984 600 broedplaatsen in de stad. Resultaten van o.a. onderzoek naar de beste telmethoden en kenmerken van broedplaatsen werden in een verslag van 45 p. met 18 bijlagen vastgelegd. Het Vogeljaar jrg 33 nr. 3 - 1985 p. 140. Zie voor het huidige gierzwaluwwerk de Stadsvogelwerkgroep van Avifauna Groningen.
1986 - Gierzwaluwdakpannen Berichtje over diverse typen gierzwaluwdakpan, in cement of keramiek en voor vele typen dakpannen. De eersten werden in 1983 gelanceerd en in Huizen werd er in 1985 voor het eerst achter zo'n pan gebroed. Het Vogeljaar jrg. 34 nr. 2 - 1986 p. 92-93. Waarom deze dakpanhuifjes nu uit den boze zijn staat op de kunstnestenpagina.
1986 - Gierzwaluwdakpannen Kort bericht over de plaatsing van 40 gierzwaluwdakpannen (inclusief nestbakje!) op de daken van nieuwbouw in Amstelveense wijk Middenhoven en een oproep om ervaringen en broedresultaten te melden. Het Vogeljaar, jrg. 34 nr. 6 -1986 p. 286.
1988 - Gierzwaluwdakpannen In Oost-Souburg werden begin april 1987 20 gierzwaluwdakpannen (zonder broedbakjes) geplaatst en nog datzelfde jaar bleek dat er minstens 11 bezet waren. Men vermoedt dat het er zelfs meer zouden kunnen zijn omdat de vogels zich door het ontbreken van broedbakjes verder onder het dak kunnen verplaatsen, dus mogelijk meerdere broedparen per huiffjesingang. Het Vogeljaar jrg. 36 - nr. 4 - 1988 p. 163.
1988 - Trek Twee flinke artikelen over ringonderzoek door Herman. N Leys, werkzaam bij Rijksinstituut voor Natuurbeheer. (In Friesland nog steeds actief als gierzwaluwringer, nu met mistnetten bij Pingjum). Het eerste is een bewerking en uitbreiding van een eerder artikel over het ringwerk van pionier Kees van den Anker in 1954-1969 in Wageningen, Veenendaal, Elst, Loenen en Valburg. De vogels (3.460 adulten en 828 jongen) werden op het nest bemachtigd door medio juli de pannen bij de nestingangen te lichten en zo nu en dan ook met mistnetten maar "dat leverde weinig op". Dergelijk verstorend werk zou in 2002 in de statuten voor leden van GBN verboden worden. Aan het slot van het artikel wordt droevig vastgesteld dat er door renovaties van de eens zo grote kolonies in 1988 weinig meer over is en dat kunstnesten geen soelaas hebben geboden. Ook wordt vastgesteld dat er nog wel gierzwaluwen rondvliegen maar met veel meer verspreide nesten, een proces dat sindsdien bijna overal wordt vastgesteld. In het tweede artikel worden de resultaten van alle ringwerk tussen 1911 en 1987 samengevat, 13.097 stuks. Er werden 179 terugmeldingen geanalyseerd. 80% daarvan werd dood gevonden.
Het Vogeljaar jrg 36 nr. 5 - 1988 p.185-196 Het Vogeljaar jrg. 36 nr. 5 -1988 p. 197-203
Uit bovenstaande kan opgemaakt worden dat de
bedreiging voor gierzwaluwnestplaatsen in de 70-er jaren bij een klein
aantal mensen bekend raakte. Vooral het artikel van van der Weyden over
Amsterdam in 1974 zal diverse personen aan het denken (en doen?) hebben
gezet. Maar de actie komt erg langzaam op gang. Wel neemt het
aantal inventarisaties geleidelijk wat toe en ontstaan hier en daar de eerste
nestkastprojecten. In 1983 wordt de eerste "gierzwaluwdakpan" gelegd en
in 1984 start Waveka met de verkoop van neststenen.
Het broedplaatsenverlies werd vooral regelmatig
onder de aandacht gebracht door berichtjes van redacteur Jaap Taapken
die bleef aandringen op actie en onderzoek.
Broedbestand Nederland licht dalend?
1 januari 2023 De MUS-telling (Meetnet Urbane Soorten) van Sovon is sinds 2007 de enige jaarlijkse gestandaardiseerde landelijke telling van gierzwaluwen. Het is een vijf minuten punttelling (van rond vliegende vogels) in stedelijk gebied, drie maal per jaar (vooral de 3e, de avondtelling, is van belang voor de gierzwaluw) waarbij alle vogelsoorten geteld moeten worden. De telling wordt in ca. 800 (2021) postcodegebieden met elk twaalf telpunten uitgevoerd. Op ieder punt moet gedurende 5 minuten van elke soort het hoogste aantal tegelijk waargenomen vogels worden genoteerd.
De MUS-tellingen zijn verwerkt in de jaarlijks gepubliceerde
UIt Sovon Vogelbalans 2022. De aangegeven percentages betreffen volgens de toelichtende tekst de gemiddelde toe- of afname per jaar sinds 1990.
Op de
gierzwaluwpagina van Sovon
wordt aangenomen dat de MUS-trend van vliegende vogels gelijk is aan de
broedvogeltrend.
De broedpopulatie over 2018-2020 wordt in de
laatste Sovon vogelatlas geschat op
45.000-70.000 paren.
- Sovon vogelbalansen t/m 2022
- meer over MUS en
ontwikkeling broedbestand
Unieke gierzwaluwkalender
13 december 2022
Minami Hirayama, een Japanse die nu in
Kopenhagen studeert, verkoopt al enige jaren een unieke handgemaakte
gierzwaluwkalender. De
illustraties zijn in inkt en o.a. gemaakt naar foto's van Jan Sereth Larsen in
Denemarken
(hier op Instagram).
Cursus gierzwaluw en huismus in de ruimtelijke
ordening voor profs
1 december 2022
Ook dit jaar organiseert Sovon i.s.m.
Vogelbescherming Nederland weer een aantal dagcursussen gierzwaluw en huismus.
De eerstvolgende is op 16 februari 2023.
Kunstnestprojecten voor met name de gierzwaluw
mislukken nog veel te vaak door o.a. onvoldoende kennis van zaken. Het
gaat o.a. over
de wetgeving
(Wet Natuurbescherming, Soortenmanagementplan, Kennisdocument), hoe gaan
we daar mee om en wat zijn goede aanpakken en voorzieningen voor compensatie van
nestverlies door sloop en verbouw ? De volgende cursus is op donderdag 16
februari in
Nijmegen, Sovon-locatie. Kosten € 429,- excl. btw. Alle info hier
bij Sovon.
Kasten niet bezet ? Installeer lokgeluiden !
15 december 2022
De gierzwaluwen zijn vertrokken en hebben uw
nestkastenproject nog steeds niet gevonden ? Volgend jaar kan dat opgelost
zijn. Lokgeluiden kunnen (vooral in buurten waar gierzwaluwen verblijven,
broeden of dakloos zijn geworden) snel de weg wijzen. Bij wettelijk
geregelde mitigatieprojecten (sloop, renovatie) wordt lokgeluid bij
vervangende nestgelegenheden bijna nooit voorgeschreven (omdat het niet
hoeft) en wordt daarom zelden toegepast. Met als gevolg erg veel en
onnodig lang leegstaande projecten. Professionele organisaties, zoals
bouwers, slopers, renoveerders en woningbouwverenigingen die serieus werk
willen maken van het behoud van gierzwaluwbroedplaatsen (en de broodnodige
uitbreiding daarvan), zouden lokgeluiden standaard bij de te treffen
voorzieningen aan moeten brengen.
Er is door particulieren al heel wat
afgeprutst met allerlei techniekjes maar er zijn nu ook professionele
installaties kant en klaar te koop. Multi-inzetbaar voor meerdere
projecten want met een beetje geluk, op een kansrijke locatie, is de eerste
kast na een jaartje bezet. De rest weten ze dan wel te vinden en de
installatie kan naar het volgende project. Hier alles over
lokgeluid.
Filmpjes
om de winter door te komen
Nestkasten in Bakoe
In de hoofdstad Bakoe van Azerbeidzjan
is een bijzonder groot nestkastenproject, met wel 400 kasten gerealiseerd.
Er zijn al kasten bezet. Dat wordt gecontroleerd met een mini-camera aan een
snoertje.
30.000 schoorsteengierzwaluwen
In Portland, Oregon, VS komen in de schemering de schoorsteengierzwaluwen (Vaux's
swift) als spreeuwenzwermen aangevlogen voor
Italiaanse bioscoopfilm, trailer
Er draaide een Italiaanse bioscoopfilm
over de gierzwaluw . Met schitterende vliegbeelden van het winterverblijf
in zuidelijk Afrika t/m de broedplaatsen in Rome. Eentje wordt gegrepen door
een torenvalk. Hier de veelbelovende trailer van 4 minuten :
Il Rondoni: eten en slapen in
de lucht .
Geheim gedrag in de lucht
Vertraagde beelden onthullen wat ze in
de lucht doen: buikje krabben, vliegje pakken, vrij worstelen, kop schudden,
paren, verenonderhoud, poten poetsen, luizenjacht..... Sterk vertraagde
filmpjes van
Jean Francois Cornuet,
voorzien van die heerlijke
zomergeluiden.
jaaplangenbach@ziggo.nl
,
Willemstraat 38,
3511 RK, Utrecht
06 - 3849 7474
|