Gierzwaluwnieuws 2023 Oud nieuws: 2022 2021 2020 2019 2018 2017 2016 2015 2014 2013
"Apus apus", "bijna klaar". Twee jonkies, nestkasten achter dakbeschot, Woudsend, 28 juli 2015.
Overige gierzwaluwpagina's
Contact: jaaplangenbach@ziggo.nl 06 -3849 7474. Willemstraat 38, 3511 RK, Utrecht. Twitter: @ApusapusNL
|
Alpengierzwaluw langs Breskens
20 maart 2023
OP 18 maart werd op de trektelpost Breskens (Zeeuwsch-Vlaanderen)
de eerste alpengierzwaluw gezien. Twee dagen later zag men er een boven Almere
en wat later daar als slachtoffer van een slechtvalk !
In Nederland worden ze in het voorjaar steeds vaker
gezien,
hier meer info.
In Ierland werden er vorige week ook een stuk of
zes gesignaleerd. Op twitter staat een filmpje van twee vogels die een kerk in
Dungarvan inspecteren. Om alleen te overnachten, of misschien te broeden? Zie
twee alpengierzwaluwen bij Ierse
kerk. Het werd
een behoorlijke invasie. Op 19 maart waren er waarnemingen op 20 locaties, van
noord tot zuid.
Gierzwaluwen weer in beeld
10 maart 2023
Ook in 2023 zijn er weer life beelden op Beleef de
Lente van het gierzwaluwennest in de kolonie (meer dan 100 broedparen) van
kasteel Waardenburg, zie
Hier
W
In kast B6 was een vreselijk gevecht van 13,5 uur
met een indringer. Die ligt nu dood rechts onder in beeld (inmiddels
verwijderd).
Nestkasten Utrecht nog erg matig bezet
5 maart 2023 (update van 30-7-'22)
In 2022 zijn voor het vijfde jaar nestkasten in
Utrecht op bezetting gecontroleerd. Van de 1.424 gecontroleerde kasten in 131
projecten waren er 123 bezet (8,6%).
Nog steeds worden er nieuwe projecten gevonden
op mijn fietstochten door de straten van Utrecht. De teller staat nu op 143
projecten en 1.524 kunstnesten (voor 97% nestkasten en neststenen).
In 2022 raakten vijf projecten voor het eerst
bezet met (netto) totaal 29 nieuw bezette kasten.
De 21 kasten aan het stadhuis (zes op de foto) zijn
na drie jaar nog niet bezet.
Maar veel bleef dus bij het (onbezette) oude.
In Leidsche Rijn was nog steeds geen gierzwaluw te vinden in een van de 13
projecten met totaal 285 neststenen. En ook niet in de 90 neststenen op het voormalige Veemarktterrein of
in de 62 neststenen in Overvecht.
Maar liefst 107 (87%) van de 123 bezette
kasten bevindt zich in slechts vier redelijk tot goed bezette projecten. Dat zijn Hartingstraat / Arthur van Schendelstraat (compensatie
van een kolonie in het gesloopte ziekenhuis met 38 bezet, 100%)
, project Voordorp (74 kasten verspreid over 40 woningen, 18 bezet, 24%), de Lutherse kerk
uit 1412 aan de Hamburgerstraat
(21 bezet, 81%,
mogelijk de oudste nestkastkolonie, 610 jaar, van Europa !)
en project Rivierenwijk met 29 van de 95, dus 31% bezette kasten
(compensatie van 19 door renovatie verloren nesten).
Op de Utrechtpagina staan alle projectdetails
en een bespreking van mogelijke oorzaken van de leegstand. Dat gaat o.a.
over het niet of op onjuiste wijze toepassen van lokgeluid, de grote afstand
van veel projecten tot bestaande kolonies, de afwezigheid van dakloos
geraakte vogels in de buurt, beschikbaarheid van voldoende 'natuurlijke'
nestplaatsen en fouten bij de uitvoering.
Een paar kasten aan de eigen woning zijn niet
vaak een succes. Slechts 22 van de 225 kasten aan 115
woningen waren in 2022 bezet.
Op de pagina
7e gierzwaluwconferentie in Italië
21 februari 2023
De tweejaarlijkse internationale
gierzwaluwconferentie wordt volgend jaar eind mei gehouden in het
Italiaanse Triëst.
Hier de
voorlopige website van de
organisatie.
Pre-SMP in provincie Utrecht voor na-isoleren van particuliere
woningen
30 januari 2023, update 10 maart
Er gebeuren bij de na-isolatie van vooral
particuliere woningen al geruime tijd veel ongelukken (dode vleermuizen door spouwmuurisolatie, jonge gierzwaluwen
op straat en nesten in de container).
"Na 9 maand dag en nacht doorvliegen en 10.000 km vanaf zuidelijk Afrika voor
een dichte deur aankomen".
Vleermuisonderzoekers (Sevon) stellen zelfs dat de populatie van sommige
soorten daardoor achteruitgaat!
"De isolatiebranche heeft tien, vijftien jaar als cowboys tekeer kunnen
gaan en is daar nooit voor gepakt. Eigenlijk zouden alle
uitvoeringsdiensten het ene na het andere isolatiebedrijf moeten
aanklagen", zegt Sevon
in een bericht 25-1-2023 op NU.nl
..De provincie Utrecht (als eerste provincie) heeft vorig jaar regelgeving ontwikkeld in een poging het verantwoord isoleren
van particuliere huizen te bevorderen tijdens
een maximaal twee jaar durende "pre-SMP-periode". Ook andere provincies tonen
belangstelling voor deze aanpak. In
Overijssel is
sinds 31-1-2023 ook een Pre-SMP van kracht.
Het Pre-SMP voor provincie Utrecht is een gebiedsgerichte ontheffing
van verbodsbepalingen in de Wet Natuurbeheer (Wnb) voor
particuliere grondgebonden woningen van voor 1992 en met een energielabel C t/m G. De voorschriften betreffen de isolatie van spouw, binnen-
en buitenmuren, borstwering en dak en het plaatsen van zonnepanelen. Het loopt vooruit op
door gemeentes op te starten volwaardige SMP's
(soortenmanagementplan) en heeft een
looptijd van maximaal 2 jaar. Voor een SMP is dat meestal 10 jaar.
Het Pre-SMP is vooral bedoeld om sneller (SMP-ontwikkeling
duurt minstens twee jaar) de voor klimaatdoelen broodnodige tempoverhoging
van isolatie van particuliere woningen te kunnen realiseren en toch ook meer bescherming te bieden aan
vleermuissoorten, huismus en gierzwaluw. Na-isolatie bij particulieren gebeurt nu vaak "illegaal" (zonder te voldoen aan Wnb-regelgeving). De RUD
van Utrecht heeft, omdat het al te bont werd met overtredingen, in het kader van handhaving zelfs een
dwangsom opgelegd aan een na-isolatiebedrijf
wegens onvoldoende onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen. Even
met een endoscoop in de spouw loeren is volstrekt onvoldoende verklaard,
ook door de rechter. Op 18 april is er een 2e zitting over deze kwestie
bij de Raad van State, over het beroep van het isolatiebedrijf, zie
RvS over opsporing
vleermuizen in spouwmuren.
Voor het werken volgens een pre-SMP geldt
o.a. dat het isolatiebedrijf de
"handreiking
natuurvriendelijk isoleren"
hanteert, en dat de gemeente
is gestart met de ontwikkeling van een volwaardig SMP.
De particulier wordt gevrijwaard van het doen van (duur) onderzoek
en de gemeente zorgt voor compensatie van verliezen op populatieniveau, met
name met grotere kraamverblijven voor vleermuizen.
Een van de voorschriften is dat als een dak door isolatie aan de
buitenkant niet meer toegankelijk is voor vogels, er op de woning minstens
vier nestkasten voor huismus/gierzwaluw (een type dat voor beide soorten
geschikt is) "aan de schaduwzijde, en zo veel mogelijk beschut tegen zon
en regen" geplaatst moeten worden.
(Het is jammer dat er voor de praktische uitvoering
niet verwezen wordt naar de voorschriften in het landelijk functionerende
Kennisdocument Gierzwaluw.
Op deze manier ontstaan er nog meer verwarrende en regionale variaties.
Onbegrijpelijk is dat het gebruik van
gierzwaluwdakpannen
expliciet wordt toegestaan om van buiten geïsoleerde daken toegankelijk
te maken).
Als de spouw dieper is dan 8
cm en toegankelijk
voor vogels, maar na de isolatie niet meer, moeten er twee vogelvoorzieningen
per woning geplaatst worden, tenzij de bovenste 10 cm van de spouw vrij
van isolatie en toegankelijk blijft.
Zonnepanelen op hellende daken mogen alleen
buiten het broedseizoen (1 april - 1 augustus) geplaatst worden. (maar flink
wat paartjes gierzwaluw hebben in augustus nog jongen op het nest
!).
De regels gelden per CBS-buurt
waarin tijdens de twee jaar looptijd niet meer dan 30% van de woningen aan de
regeling mogen meedoen (anders zouden de populaties teveel schade
ondervinden).
Zie
meer spelregels in "natuurvriendelijk isoleren onder een pre-SMP".
Mij is nog onduidelijk hoe de particulieren
in aanraking komen met het PRE-SMP. Zal het afhangen van de gemeentelijke
publiciteit? Voor isolatie is meestal geen
vergunning nodig. Ze worden echter volledig ontzorgd als zij kiezen voor
een isolatiebedrijf dat de cursus "Natuurvriendelijke isoleren' met succes
heeft afgerond. Het isolatiebedrijf regelt dan alles. Zie een korte
samenvatting van de gang van zaken bij
Natuur- en Milieufederatie
Utrecht.
Ontheffing verleend voor gemeente
Woudenberg
De regeling functioneert
inmiddels in de provincie Utrecht en Overijssel. De gemeente Woudenberg heeft een SMP opgestart en kreeg van de
Provincie op 16-2-2023 voor isolatie van particulier woningbezit een
ontheffing voor het hele stedelijk gebied van de gemeente, zie
ontheffing Wnb - Pre-SMP gemeente Woudenberg.
Modelmatig is vastgesteld dar er in Woudenberg 111 broedparen gierzwaluw
zijn (en 443 huismus), waarvan 55 in particuliere woningen. Bij 30% renovatie
per CBS-buurt zouden er dus 17 broedplaatsen verloren gaan bij de maximaal
692 te isoleren woningen. De particuliere compensatie (vier nestkasten
per woning waarbij het dak niet meer geschikt is voor de gierzwaluw) zal
vele malen grotere aantallen alternatieve nestplekken opleveren. De
ontheffing stelt dat de "kans op ingebruikname van deze nesten hoog is".
De gemeente hoeft daarom geen extra vervangende voorzieningen te treffen.
Bezwaren kunnen bij de provincie nog tot ca. 31 maart worden ingediend.
Een week later, op 23 februari 2023 kreeg de
gemeente Oudewater een nagenoeg gelijke ontheffing (1 pagina meer) voor
haar particuliere woningbestand (woonkernen Oudewater, Papekop en
Hekendorp), zie
Ontheffin g Wnb - Pre-SMP
gemeente Oudewater.
Het gierzwaluwbroedbestand wordt in het gebied geschat op 95 (en
397 paar huismus), waarvan 62 in particuliere woningen (grondgebonden en
e-label C t/m G). Het gaat om isolatie van potentieel 517 particuliere,
grondgebonden woningen (max 30% van het totaal van 1.624) waarbij
theoretisch 19 (30% van 62) gierzwaluwnesten verloren gaan. In de praktijk
wordt verwacht dat ca. 10% daadwerkelijk geïsoleerd zal worden. Als al die
52 woningen zodanig gerenoveerd worden (buitendakisolatie en volle
spouwmuur) dat er 4 kunstnesten geplaatst moeten worden levert dat dus 208
nestkasten voor gierzwaluw en huismus op.
De provincie schetst een (uiteindelijke)
extreme overcompensatie met potentieel 4 * 1.624 = 6.896 nestkasten.
De gemeente Utrecht werkt eraan om de
Pre-SMP-regeling in het huidige SMP van 2016 te passen.
Zichtbare inbouw neststeen
gierzwaluw in bestaande bouw. Rivierenbuurt Utrecht.
Na renovatie goed bezet door dakloos geraakte gierzwaluwen: minstens 29 van de 95
in 2022,
zie projecten
nr. 58 t/m 67 in de kunstnestentabel.
Of de gierzwaluwen er iets mee kunnen valt
nog te bezien. Er ligt veel nadruk op de kwantiteit. In het document wordt
de grote hoeveelheid aan
"overcompenserende" nestkasten benadrukt, maar de mate waarin ze benut gaan worden is
afhankelijk van veel aspecten, waaronder details in de uitvoering.
In de gemeente Utrecht zijn de gierzwaluwen
op de meeste locaties tot nu toe niet geneigd om nestkasten in gebruik te
nemen. De bezetting was in 2022 gemiddeld minder dan 9%, zie
kunstnestbezetting in
Utrecht.
In mitigatieprojecten volgens de reguliere Wnb-regelgeving is de bezetting
gemiddeld (na soms vele jaren) gemiddeld 13% en gaan er meer nesten
verloren dan er in kunstnesten bijkomen. Ik weet niet in welke mate
Utrecht representatief is want er is weinig onderzoek beschikbaar.
Vroege Vogels-Radio had 5 februari een item
van dik 8 minuten over de provinciale regeling,
voor zover het vleermuizen
betreft.
B
- Info en links over Pre-SMP
in bericht van provincie Utrecht
-
Particuliere woningisolatie
onder pre-SMP, 22-2-2022
-
"Handreiking
natuurvriendelijk isoleren"
van pre-SMP Utrecht
-
Soortenmanagementplan 2016.pdf gemeente
Utrecht (voor gemeentelijk vastgoed en bouwen
op gemeentelijke grond)
- hier meer over SMP's en andere
gierzwaluwbescherming
- zo werkt het voor particuliere
woningeigenaren in Overijssel.
- Het vastgestelde PRE-SMP van
Overijssel, 31-1-2023
Woningnood in Dussen
27 januari 2023
Dussen ligt vlakbij de Biesbosch aan de
Bergsche Maas. Ideaal voor gierzwaluwen dus met zo'n groot foerageergebeid naast de deur.
Nestkast onder dakgoot van Gendtstraat.
(Google, 2009)
Daar konden in 2006, door ingrijpen van een
bewonersgroep bij renovatie tijdens het broedseizoen !!, de nesten achter de
kantpannen toch nog gespaard blijven door uitstel van het werk. Bij de
bekende nesten zijn per kopgevel 6 gaten in de afdekplank gemaakt. Ook
werden een vijftal nestkasten opgehangen. In 2007 al werden de eerste nieuwe ingangen
en kasten, in gebruik genomen.
Maar er is nu woningnood;
niet vanwege opnieuw renovatie (de spouwmuurisolatie lukte onlangs ook
zonder de nesten te verstoren) maar door toename
van het aantal vogels. Er vliegen grote zwermen broed- en dus ook zoekvogels
boven het dorp. Zie
filmpje van de van Gendtstraat
met giervluchten, 2022. De vogelgroep o.l.v. Len Bruining heeft een
nieuwe actie op touw gezet en gaat in maart flink wat door leerlingen gemaakte nestkasten
voor mezen en huismussen ophangen. En voor de basisschool de Dussenaar en het
Slovakhuis worden een stuk of 20 kasten voor de gierzwaluw gekocht. Zie ook bericht in
Het Kontact Altena, 23-1-2023.
Ornithologieprijs voor Lyndon Kearsley
24 januari 2023, update 10 februari.
Lyndon ontving van de universiteit van Antwerpen de
twee-jaarlijkse ornithologieprijs "Prijs Wim Dings" voor zijn werk aan de
klimaat- en weersinvloeden op het trekgedrag van de vale gierzwaluw. Lyndon doet
daarvoor al tien jaar onderzoek aan de trekroutes van een kolonie in een grot aan de Portugese
kust onder Lissabon. Hij concludeert o.a. dat de gierzwaluwen zich vooral
oriënteren op de scheiding van verschillende weerssystemen, waar veel insecten
zijn. Zie bericht in
Zie ook bericht
Nieuwsblad.be
. En hier de .pdf van zijn
publicatie
in
Researchgate van april 2022.
De gierzwaluw in Het Vogeljaar
25 januari 2023
Vorig jaar verscheen "Het Laatste Vogeljaar". Het was de 70e en
laatste jaargang van tijdschrift Het Vogeljaar in de vorm van een
herdenkingsboek met hoogtepunten uit 70 jaar vogelen in Nederland
en daarbuiten. Zie
Het tweede nummer, 1988 nr. 3, met een (jonge) gierzwaluw op de voorpagina.
Tekening van Marius Kolvoort.
1958-Nestkasten Het eerste gierzwaluwartikel geeft wat informatie over de nestkasten van de Zwitserse kolonieonderzoeker Emile Weitnauer. Die ging o.a. in 1951 met een vliegtuig achter de gierzwaluwen aan (zie artikel over ontdekking 'nachtelijk klimvliegen') om te ontdekken waar ze ' s nachts bleven. Het Vogeljaar jrg. 6-nr. 1-1958 p. 3-5.
1960- Kenmerken In een artikel over de fenologie van een aantal vogelsoorten beperkt Jaap Taapken zich m.b.t. de gierzwaluw tot een oproep aan lezers om gegevens te verzamelen, vooral fenologie en kenmerken van de broedplaats. Er zijn formuliertjes beschikbaar om de gegevens te noteren en in te leveren. Het Vogeljaar jr. 6 - nr. 2 - 1960 p. 23-24.
1963-Trekgedrag Jaap Taapken deed verslag van 'opvallend veel late najaarstrek' in 1963. Het ging om enkele tientallen, vooral op Vlieland in de eerste week van september. Met toen nog erg weinig waarnemers is dat al gauw "opvallend veel". Zie verslag in Het Vogeljaar jrg. 14 nr. 6 1963 p.381-382.
1968 - De eerste Nederlandse gierzwaluwtelling ? In 1967 organiseerde A.F. Ferbeek in Drachten een "inventarisatie van de gierzwaluw". 81 mensen telden in 200 steden en dorpen ! De eerste werd op 21 april gezien. Geen uitleg over de methode maar als resultaat wordt gemeld dat "er in deze plaatsen 4.380 broedvogels en/of eenjarige vogels werden geteld". Men neemt zich voor de tellingen in 1968 en 1969 te herhalen. Kennelijk is er een kink in de kabel genomen want in de volgende jaargangen wordt er niets meer over vernomen. Het Vogeljaar jrg. 16 nr. 2 - 1968 p.520-522.
1968 - Opvang Berichtje over e en gierzwaluw met gebroken vleugel die twee jaar gevoerd wordt met 80 meelwormen per dag maar geen water wil drinken. Het Vogeljaar jrg. 16 nr. 3- 1968 p. 563.
1973 - Mitigatie In 1972 werden aan de gereformeerde kerk in Nunspeet 12 nestkasten opgehangen nadat een jaar eerder de kolonie met 30 gierzwaluwnesten (volgens de bouwer) door dakrenovatie waren verdwenen. In 1972 en 1973 was een van de kasten bezet. Verslag met foto in Het Vogeljaar, jrg 21 nr. 5-1973 p. 483-484.
1974 - Broedvogelbestand
Voor het eerst staat de gierzwaluw op de voorpagina n.a.v.
een flink artikel
In 1980 doet v.d. Weyden een inspirerende oproep aan Amsterdammers om broedplaatsen te zoeken en de gemeente te bestoken als er illegale nestvernieling plaatsvindt. Zie Mededelingenblad VWG Amsterdam 1980-nr. 1 p. 10-14 .Hier de actuele Gierzwaluwatlas Amsterdam. En hier nog wat recenter info over Amsterdams broedbestand.
1975 - Nestkasten Pleidooi tegen de aangekondigde proef van de Plantsoendienst met nestkasten in Amsterdam. Is volgens v.d. Weyden te duur (10.000 kasten nodig, kost tonnen), gaan niet lang genoeg mee, kosten onderhoud en behoud van dakpannen is beter. Het Vogeljaar, jrg. 23 nr. 1 - 1975, p. 33.
1975 - Literatuur Jaap Taapken vermeldt in een klein berichtje de verschijning van de derde druk van de klassieker "Swifts in a Tower" van David Lack. Het Vogeljaar jrg. 23 nr. 3 - 1975 p. 135.
1975 - Nestkasten Hoofd Beplantingen van Amsterdam reageert op de bezwaren tegen nestkasten van van der Weyden en stelt dat deze voldoende duurzaam zijn, vooral ingemetselde stenen, wijst op successen in Duitsland en vindt het een mooie oplossing voor nieuwbouw zonder pannendaken. Het Vogeljaar jrg. 23 nr. 6 - 1976 p. 282
1979 - Mitigatie Sloop van "een der oudste en grootste broedplaatsen" in een KRO-gebouw in Hilversum, voorjaar 1979. In het najaar werden 20 houten nestkasten in de buurt opgehangen, voor de helft door Het Vogeljaar gefinancierd. In 1981 nog geen bezetting. Oproep tot landelijke inventarisatie van broedplaatsen. Het Vogeljaar jrg. 27 nr. 6 -1979 p. 306.
1979 - Predatie Kort berichtje met waarnemingen van jacht van boomvalken op gierzwaluwen in Koudum en Kimswerd. (Fr.). Het Vogeljaar, jrg. 27 nr. 6 -1979 p. 316.
1980 - Mitigatie In Wageningen verdwijnen veel nesten door renovatie van een woonwijk. Werkgroep klaagt over gebrek aan informatie over (en ervaringen met) nestkasten en gaat proef doen met vier verschillende types. Montoring van resultaten. Het Vogeljaar, jrg 28 nr. 1 - 1980 p. 47-48.
1980 - Trek Artikel van 4,5 pagina's over "opvallend late" najaarstrek in september-oktober 1978. Er werden, na oproepen, "maar liefst" 230 waarnemingen verzameld van 15-8 t/m 14-10, waaronder 47 in oktober. Met veel minder waarnemers dan nu zal dat wellicht veel zijn of lijken, maar het aantal van gemiddeld 16 oktoberwaarnemingen in de Avifauna van Nederland, 1970 is de enige aangehaalde bron die daar op wijst. Momenteel zitten er in waarneming.nl 600 - 800 waarnemingen (1x1 km-hokken) in de betreffende periode, met een uitschieter van 1.750 in 2021. Maar 47 in oktober is wel vrij veel. Momenteel met veel meer waarnemers, werden er gemiddeld over 2017 - 2022 op waarneming.nl gemiddelde 54 waarnemingen in oktober gemeld (variërend van 8 - 137). Veel speculaties en pogingen tot onderzoek naar de oorzaken van het "ongewone" verschijnsel". Alleen een slechte zomer met daardoor verlate broedsels wordt als waarschijnlijke verklaring geopperd. De dagelijks sterk variërende aantallen konden niet verklaard worden met variaties in temperatuur, windrichting, regen of onweer. Het Vogeljaar jrg. 28 nr. 2 - 1980 p. 57-61.
198 - Broedvogelbestand Kort verslagje van 13 pagina's verslag over broedvogeltellingen 1977 en 1978 in Apeldoorn e.o. In Apeldoorn werd het aantal broedparen in 1977 geschat op 277. Het Vogeljaar benadrukt met klem de noodzaak van meer inventarisaties waardoor "nog veel broedplaatsen behouden zouden kunnen worden, voordat het te laat is". Het Vogeljaar jrg. 29 nr. 2 - 1981 p. 92. (Apeldoorn doet al enige jaren goed werk met een soortenmanagementplan en al meer dan 900 geplaatste nestkasten, zie Nestkastenplicht Apeldoorn).
1982 - Nestkasten Jaap Taapken kaart opnieuw de woningnood aan en maakt melding van nestkastprojecten in Amstelveen (met 56 neststenen vlgs hem het grootste project van Europa!), Apeldoorn (700 gulden subsidie van de gemeente), Schiedam (6 neststenen in kademuur geplaatst) en Hilversum (de 20 nestkasten, na koloniesloop in 1979 geplaatst aan KRO-gebouwen, waren in 1981 nog niet bezet).
Neststeen Amstelveen, 1982 (Ze zijn nog steeds deels bezet zie Bezetting t/m 2022),
Hij besluit met: "het begin van de acties voor gierzwaluwen is er en wij hopen dat meer werkgroepen zullen gaan inventariseren en nestkasten plaatsen". Het Vogeljaar, jrg 30 nr. 1 -1982 p. 45-46.
1982 - Nestkasten In een nieuwe rubriek "Nieuws van Gierzwaluwprojecten" meldt Jaap Taapken updates van de projecten in Amstelveen, Apeldoorn (50 neststenen geplaatst), Heerenveen (neststenen in uitbreiding raadhuis) en Groningen (info verstrekt aan Stadsvernieuwing, zie ook tijdschrift Grauwe Gors van Avifauna Groningen-1982-nr. 2 p. 27-28). Het Vogeljaar, jrg. 30 nr. 4 - 1982 p. 216.
1983 - Nestkasten Jaap Taapken ontdekte een bijzonder broedgeval in een spreeuwenkast, aan de rand van het bos aan de Boslaan in Hilversum. Binnen 1 km geen andere broedplaatsen. Later werd het aantal kasten uitgebreid en in 2001 broedden er vijf paartjes, zie Gierzwaluwenbulletin mei 2002-nr. 0 p. 9. Taapken meende overigens dat broeden in een boomholte in de buurt maar een kleine stap verder zou zijn en niet uitgesloten lijkt. En inderdaad, in 2020 wordt in Hilversum het eerste en tot nu toe enige gierzwaluwboomnest van Nederland, in een spechtennest ontdekt, zie w aarneming.nl 15-8-2020 en een verslagje van de waarnemers in een nieuwsbericht bij Sovon. Maar de Boslaan is aan de uiterste NW-rand van Hilversum en het boomnest zit aan de ZO-rand, daar ca. 6 km vandaan. Zou er een verband kunnen zijn? Het Vogeljaar jrg. 31 nr. 1-1983- p. 40-41.
1984 - Literatuur Vermelding van het verschijnen van het boek "Mein Vögel" van Emile Weitnauer over zijn koloniestudie en het Engelse boek "Devil Birds" van Derek Bromhall. Het Vogeljaar jrg 32 nr. 1 - 1984 p. 49.
1985 - Broedvogelbestand Bericht over de activiteiten van de drie jaar eerder door Jan Doevendans opgerichte Gierzwaluwwerkgroep Groningen. Ze plaatsten 10 neststenen in een nieuwbouwwijk en 40 vrijwilligers berekenden op basis van getelde vliegende vogels in 1984 600 broedplaatsen in de stad. Resultaten van o.a. onderzoek naar de beste telmethoden en kenmerken van broedplaatsen werden in een verslag van 45 p. met 18 bijlagen vastgelegd. Het Vogeljaar jrg 33 nr. 3 - 1985 p. 140. Zie voor het huidige gierzwaluwwerk de Stadsvogelwerkgroep van Avifauna Groningen.
1986 - Gierzwaluwdakpannen Berichtje over diverse typen gierzwaluwdakpan, in cement of keramiek en voor vele typen dakpannen. De eersten werden in 1983 gelanceerd en in Huizen werd er in 1985 voor het eerst achter zo'n pan gebroed. Het Vogeljaar jrg. 34 nr. 2 - 1986 p. 92-93. Waarom deze dakpanhuifjes nu uit den boze zijn staat op de kunstnestenpagina.
1986 - Gierzwaluwdakpannen Kort bericht over de plaatsing van 40 gierzwaluwdakpannen (inclusief nestbakje!) op de daken van nieuwbouw in Amstelveense wijk Middenhoven en een oproep om ervaringen en broedresultaten te melden. Het Vogeljaar, jrg. 34 nr. 6 -1986 p. 286.
1988 - Gierzwaluwdakpannen In Oost-Souburg werden begin april 1987 20 gierzwaluwdakpannen (zonder broedbakjes) geplaatst en nog datzelfde jaar bleek dat er minstens 11 bezet waren. Men vermoedt dat het er zelfs meer zouden kunnen zijn omdat de vogels zich door het ontbreken van broedbakjes verder onder het dak kunnen verplaatsen, dus mogelijk meerdere broedparen per huiffjesingang. Het Vogeljaar jrg. 36 - nr. 4 - 1988 p. 163.
1988 - Trek Twee flinke artikelen over ringonderzoek door Herman. N Leys, werkzaam bij Rijksinstituut voor Natuurbeheer. (In Friesland nog steeds actief als gierzwaluwringer, nu met mistnetten bij Pingjum). Het eerste is een bewerking en uitbreiding van een eerder artikel over het ringwerk van pionier Kees van den Anker in 1954-1969 in Wageningen, Veenendaal, Elst, Loenen en Valburg. De vogels (3.460 adulten en 828 jongen) werden op het nest bemachtigd door medio juli de pannen bij de nestingangen te lichten en zo nu en dan ook met mistnetten maar "dat leverde weinig op". Dergelijk verstorend werk zou in 2002 in de statuten voor leden van GBN verboden worden. Aan het slot van het artikel wordt droevig vastgesteld dat er door renovaties van de eens zo grote kolonies in 1988 weinig meer over is en dat kunstnesten geen soelaas hebben geboden. Ook wordt vastgesteld dat er nog wel gierzwaluwen rondvliegen maar met veel meer verspreide nesten, een proces dat sindsdien bijna overal wordt vastgesteld. In het tweede artikel worden de resultaten van alle ringwerk tussen 1911 en 1987 samengevat, 13.097 stuks. Er werden 179 terugmeldingen geanalyseerd. 80% daarvan werd dood gevonden.
Het Vogeljaar jrg 36 nr. 5 - 1988 p.185-196 Het Vogeljaar jrg. 36 nr. 5 -1988 p. 197-203
Uit bovenstaande kan opgemaakt worden dat de bedreiging voor gierzwaluwnestplaatsen in de 70-er jaren bij een klein aantal mensen bekend raakte. Vooral het artikel van van der Weyden over Amsterdam in 1974 zal diverse personen aan het denken (en doen?) hebben gezet. Maar de actie komt erg langzaam op gang. Wel neemt het aantal inventarisaties geleidelijk wat toe en ontstaan hier en daar de eerste nestkastprojecten. In 1983 wordt de eerste "gierzwaluwdakpan" gelegd en in 1984 start Waveka met de verkoop van neststenen. Pas eind jaren '80 wordt het probleem op wat groter schaal lokaal opgepakt.
Het broedplaatsenverlies werd vooral regelmatig
onder de aandacht gebracht door berichtjes van redacteur Jaap Taapken
die bleef aandringen op actie en onderzoek.
Broedbestand Nederland licht dalend?
1 januari 2023, update 3-2 De MUS-telling (Meetnet Urbane Soorten) van Sovon is sinds 2007 de enige jaarlijkse gestandaardiseerde landelijke telling van gierzwaluwen. Het is een vijf minuten punttelling van alle vogelsoorten, drie tellingen per seizoen in stedelijk gebied (vooral de 3e, de avondtelling, is van belang voor de gierzwaluw). De telling wordt in ca. 800 (2021) postcodegebieden met elk twaalf telpunten uitgevoerd. Op ieder punt moet gedurende 5 minuten van elke soort het hoogste aantal tegelijk waargenomen vogels worden genoteerd.
UIt Sovon Vogelbalans 2022.
De aangegeven percentages betreffen volgens de toelichtende tekst de gemiddelde toe- of afname per jaar sinds 1990.
De MUS-tellingen zijn verwerkt in deze jaarlijkse Vogelbalans van Sovon. Maar die hoort er eigenlijk niet in thuis omdat van de gierzwaluw alleen het verloop bekend is uit de MUS-tellingen sinds 2007. De grafiek suggereert een afname van totaal -15% sinds 1990. (er is ca -0,5% gemiddeld per jaar af te lezen).
MUS-telling gierzwaluw per jaar (t.o.v. 2007=100) en trendlijn. De jaarlijkse fluctuaties zijn tamelijk groot.
Op de gierzwaluwpagina van Sovon wordt aangenomen dat de MUS-trend van getelde rondvliegende vogels een maat is voor het broedvogelbestand.
- Sovon vogelbalansen t/m 2022 - Meer over MUS en ontwikkeling broedbestand
Unieke gierzwaluwkalender
13 december 2022 Minami Hirayama, een Japanse die nu in Kopenhagen studeert, verkoopt al enige jaren een unieke handgemaakte gierzwaluwkalender. De illustraties zijn in inkt en o.a. gemaakt naar foto's van Jan Sereth Larsen in Denemarken (hier op Instagram).
Cursus gierzwaluw en huismus in de ruimtelijke ordening voor profs
1 december 2022 Ook dit jaar organiseert Sovon i.s.m. Vogelbescherming Nederland weer een aantal dagcursussen gierzwaluw en huismus. De eerstvolgende is op 16 februari 2023. Kunstnestprojecten voor met name de gierzwaluw mislukken nog veel te vaak door o.a. onvoldoende kennis van zaken. Het gaat o.a. over de wetgeving (Wet Natuurbescherming, Soortenmanagementplan, Kennisdocument), hoe gaan we daar mee om en wat zijn goede aanpakken en voorzieningen voor compensatie van nestverlies door sloop en verbouw ? De volgende cursussen zijn op 16 februari en 7 maart in Nijmegen, Sovon-locatie. Kosten € 429,- excl. btw. Alle info hier bij Sovon.
Kasten niet bezet ? Installeer lokgeluiden !
15 december 2022
De gierzwaluwen zijn vertrokken en hebben uw
nestkastenproject nog steeds niet gevonden ? Volgend jaar kan dat opgelost
zijn. Lokgeluiden kunnen (vooral in buurten waar gierzwaluwen verblijven,
broeden of dakloos zijn geworden) snel de weg wijzen. Bij wettelijk
geregelde mitigatieprojecten (sloop, renovatie) wordt lokgeluid bij
vervangende nestgelegenheden bijna nooit voorgeschreven (omdat het niet
hoeft) en wordt daarom zelden toegepast. Met als gevolg erg veel en
onnodig lang leegstaande projecten. Professionele organisaties, zoals
bouwers, slopers, renoveerders en woningbouwverenigingen die serieus werk
willen maken van het behoud van gierzwaluwbroedplaatsen (en de broodnodige
uitbreiding daarvan), zouden lokgeluiden standaard bij de te treffen
voorzieningen aan moeten brengen.
Er is door particulieren al heel wat
afgeprutst met allerlei techniekjes maar er zijn nu ook professionele
installaties kant en klaar te koop. Multi-inzetbaar voor meerdere
projecten want met een beetje geluk, op een kansrijke locatie, is de eerste
kast na een jaartje bezet. De rest weten ze dan wel te vinden en de
installatie kan naar het volgende project. Hier alles over
lokgeluid.
Filmpjes
om de winter door te komen
Nestkasten in Bakoe
In de hoofdstad Bakoe van Azerbeidzjan
is een bijzonder groot nestkastenproject, met wel 400 kasten gerealiseerd.
Er zijn al kasten bezet. Dat wordt gecontroleerd met een mini-camera aan een
snoertje.
30.000 schoorsteengierzwaluwen
In Portland, Oregon, VS komen in de schemering de schoorsteengierzwaluwen (Vaux's
swift) als spreeuwenzwermen aangevlogen voor
Italiaanse bioscoopfilm, trailer
Er draaide een Italiaanse bioscoopfilm
over de gierzwaluw . Met schitterende vliegbeelden van het winterverblijf
in zuidelijk Afrika t/m de broedplaatsen in Rome. Eentje wordt gegrepen door
een torenvalk. Hier de veelbelovende trailer van 4 minuten :
Il Rondoni: eten en slapen in
de lucht .
Geheim gedrag in de lucht
Vertraagde beelden onthullen wat ze in
de lucht doen: buikje krabben, vliegje pakken, vrij worstelen, kop schudden,
paren, verenonderhoud, poten poetsen, luizenjacht..... Sterk vertraagde
filmpjes van
Jean Francois Cornuet,
voorzien van die heerlijke
zomergeluiden.
jaaplangenbach@ziggo.nl
,
Willemstraat 38,
3511 RK, Utrecht
06 - 3849 7474
|